„Wij allen weten, hoe het overbrengen van berichten uit de „voorste linie een der moeilijkste handelingen uit het gevecht „vormt, dat mannen, die daarmede belast zijn, als helden worden „genoemd, en velen van hen nooit hunne bestemming bereiken". Inderdaad, zoo is hetEn het staat dus wel vast, dat de be- richtoveibrenging uit de voorste linie naar achteren hoogst onzeker is, zóó onzeker, dat er n.m m. heelemaal niet op te rekenen valt; allerminst op t ij d i g e aankomst der berichten. Gezwegen nog van de omstandigheid, dat menige onderbevelhebber in de voorste linie de plaatselijk ontvangen indrukken niet kan verwerken tot berichten, dan wel deze niet kan verzenden om de eenvoudige reden, dat hij, alvorens aan zijne loffelijke voornemens dienaangaande gevolg te hebben kunnen geven, buiten gevecht werd gesteld. De kans op doeltreffende ondersteuning van de artillerie onder de gedachte omstandigheden is dan ook zoo afhankelijk van gelukkige omstandigheden, dat zij is gelijk te stellen met een toevallige bate. Zooveel is intusschen zeker, dat zoolang de bevelen en aan wijzingen van den commanda it der aanvallende infanterie uitblijven, de artillerie tot werkeloosheid is gedoemd, wijl het eigen initiatief van den artillerie-commandant geheel is uitgeschakeld, vermits volgens de onderstelling hij, noch zijn organen, iets omtrent het gevecht kunnen waarnemen, zijnde de afgezonden berichtofficier niet anders dan een technische schakel in zijn verbinding met den commandant der infanterie. Zulk een toestand acht ik hoogst bedenkelijk! Kapitein V. D. P. ziet dit blijkbaar niet zoo in. Dat is een quaestie van appreciatie, welke wij verder in het midden kunnen laten. Hij vat echter n. m. m. de zaak wel wat heel licht op, waar hij op blz. 943 zegt: .,Men kent de geliefde sport om alle zetten, die men op het mi litaire schaakbord wil doen, te beantwoorden met een alsals de „ordonnans zijn nek breekt, als de majoor sneuvelt, als de kapi tein gewond blijft liggenwat dan? „Menigeen denkt dan, dat hij iets erg doms moet hebben gedaan „en martelt zich af, wat hij wel op die alsen voor een bescheid „moet geven. Maar meestal zou dit antwoord even eenvoudig als „klassiek en ontstellend moeten zijn: dan verliezen wij den veldslag. „Vele veldslagen zijn werkelijk verloren, omdat zich zoo n onge lukkige als voordeed, waarop geen antwoord was." Ik acht de hier aangehaalde redeneering van kapitein v. D. P. een zeer gevaarlijke, wel geschikt als zij is om velen-van de wijs te brengen. 443

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 475