v. D. P. vermeldt, en hij het nog noodig vindt dienaangaande een
eigen meening te verkondigen en toe te lichten, dan ligt in dat
alles, dunkt mij, een niet onduidelijke aanwijzing, dat aan die
zoo voor de hand liggende oplossing toch nog wel wat ontbreekt
en dat hare practische deugdelijkheid volstrekt niet vaststaat. Ik ga
zelfs verder en verbeeld mij, dat indien het door kapitein v. D. P,
aanbevolen middel of iets soortgelijks practisch deugdelijk ware,,
zulks reeds onomstcotelijk zou zijn gebleken in den Russisch-Ja-
panschen oorlog en in de jongste Balkan-oorlogen. Dit schijnt ech
ter volstrekt niet het geval te zijn.
Mogelijk ten onrechte, maar ik, voor mij, kan nu eenmaal niet
erg goed gelooven in die vlaggetjes zwaaierij door troepen, die
zich in hevig gevecht bevinden, nog wel in de kritiekste oogen-
blikken van het gevecht.
Of ik dan een beter middel weet?
Neen! Althans niet iets van dien aard, en ik zou ook denken,
dat het nutteloos is naar zulk een middel te zoeken.
Maar hoe dan?
Wel, hoe heeft men het tot nog toe zonder zulk een middel
klaar gespeeld? In dit opzicht zijn de toestanden toch waarlijk
niets veranderd. Ik zou meenen, dat ook voor dit geval een be
trouwbare aanwijzing is te vinden in den gang van het vuurge
vecht. Men weet nl. zeker, dat, wanneer de vijand tot het laatst
toe stand houdt, de stormloop onmiddellijk zal worden voorafge
gaan door een tot den allerhoogsten graad van hevigheid opge
voerd vuurgevecht, waarin ook de mitrailleurs een hartig woordje
zullen medespreken. Men weet ook, dat een dergelijk vuurgevecht
slechts gedurende een zeer beperkten tijd kan worden volgehou
den en dat de stormloop na weinige minuten zal moeten volgen,
dan wel de aanvalsgolf een eindweegs zal terugvloeien.
Op deze wetenschap zal nu de artillerie hare handelingen moeten
baseeren. En het wil mij voorkomen, dat wij beter zullen doen
haar bij de vredesopleiding vertrouwd te maken met de moeilijk
heden, verbonden aan deze wijze van doen, dan haar te gewennen
aan het werken met middelen, als berichten en seinen uit de vuur
linie der infanterie, welke, hoe eenvoudig zij ook lijken, in de
werkelijkheid maar al te veel kans hebben van falen.
Het zal te velde alleen nog maar kunnen meevallen
Intusschen ben ik ook dit geheel met kapitein v. D. P. eens, dat
de hierbedoelde samenwerking vóór alles een tactische en geen
technische kwestie is. Daarom meen ik, dat bindende voorschrif-
448