past. Wat zien wij nu? Twee soorten elementen, die eene vast
houdende taak hebben, n.l de thans sterkere voorpostendetache
menten op de toegangswegen, en veldwachten in het tussschenterrein
op de tactisch gewichtige punten, dus de punten, die b v. bij een
ontmoetingsgevecht door de voorhoede bezet zouden worden. Verder
een andere soort veldwachten, die een uitsluitend beveiligende taak
hebben, dus die uitsluitend voor de waarneming en waarschuwing
(bewaking) dienen.
Het spreekt natuurlijk van zelf, dat ook door de vasthoudende
veldwachten „waargenomen en gewaarschuwd" wordt, maar de
hoofdtaak is bezetten, vasthouden.
Naast voorpostendetachementen zal men dus ook veldwachten
aantreffen, die bepaalde punten bezetten.
Van een denkbeeldige weerstandslijn langs de voorpostendetache
menten èf langs de veldwachten, daarvan is geen sprake
Men zou desnoods kunnen spreken van een lijn van tactische
steunpunten. Evenwel zal in de „tusschenliniën" slechts opgetreden
worden, wanneer de toestand dir vereischt voorloopig door de
voorpostenreserve en waarschijnlijk vaker offensief dan defensief.
In dezen gedachtengang meen ik, dat, indien de tijd benoodigd
voor het werk dit toelaat, en het verdedigend vermogen, dat 't
terrein biedt zulks niet overbodig maakt, bij de punten, die vast
gehouden zullen worden, ook gerekend moet worden op een ver
dediging, dus een passief weerstandsvermogen naar alle zijden
zooals bij een tactisch steunpunt vereischt woret.
In punt 197 (3) lezen wij dan ook niets over een lijn van weer
stand, maar wèl, dat de voorpostencommandant de punten bepaalt,
welke moeten worden vastgehouden.
De voorpostencommandant overlegt dan in elk bijzonder geval, hoe
hij, in verband met de steunpunten, die vastgehouden moeten worden,
met zijn voorpostenreserve tegen den aanvallenden vijand zal
optreden.
In verband met het vorenstaande acht ik de redactie van punt
2C3 niet juist en ook niet in overeenstemming met punt 185(2).
Volgens eerstgenoemd punt zouden de veldwachten, die door
het voorpostendetachement worden uitgezonden, alleen een bewa
kende taak kunnen hebben; dit is niet volgens punt 185 (2) 't
geval en ook niet in de lijn, waarlangs de regeling van den
voorpostendienst is getrokken. De veldwachten, door een voor
postendetachement uit te zetten, dienen voor waarneming, voor
beveiliging, voor bewaking, maar daarnevens zendt het voor
postendetachement zoo noodig veldwachten naar die punten in
het terrein tusschen de wegen, die vastgehouden moeten worden
Ook is 't vreemd, dat in het geval 185 (L) geen voorpostenreserve
wordt aangewezen [zie 185 (2) slotgedeelte]. Wel is er ook dan een voor
posten commandant [zie 182 (4) Waar is diens kwartier? Inhetkanton-
nement? Ik zou steeds een voorpostenreserve tusschen de vooruitgeschoven
afdeelingen en den rustenden troep willen hebben, teneinde op te treden,
waar het noodig is. De afdeelingen, die de toegangswegen bezetten, treden
immers niet offensief op.
451