Overigens hoorde ik alleen nog van gevallen, dat de infanterie
(in den werkelijken oorlog) „schreeuwde" om artilleriesteun. Het
nieuwste van het nieuwe is voor mij, dat de artillerie den offen
sieven geest van de infanterie door te veel steun zou kunnen
vermoorden.
De artillerie is de dienares van de infanterie. Zij ontvangt de
bevelen van den infanteriecommandant. als wij den A. B. zoo mogen
noemen. Zij volgt die bevelen op, ook al zijn zij verkeerd. Hoe zij
zich onder deze omstandigheden zou kunnen „opdringen", is mij een
raadsel. Hoogstens kan zij haar verbinding in zooverre opdringen,
dat in onze voorschriften en in die van alle groote mogendheden de
plicht om die verbinding a tout prix tot stand te brengen aan de
artillerie met klem wordt opgelegd. Ook dan nog moet de betrokken
infanteriecommandant weten, wat hij er van maken wil. Hij kan de
artillerie niet laten schieten, op haar eigen houtje laten schieten, op
de eigen troepen laten schieten, precies zooals hij maar zelf wil.
Maar ik geef dan toch in allen gevalle den goeden raad, om, wan
neer men er op los wil zonder artilleriesteun, de artillerie dan toch
ook geheel thuis te laten, want dit wapen is er zoodanig van door
drongen, dat het niet gebruiken van de beschikbare artillerie een der
grootste misdaden is, die der infanterie kan worden aangedaan, dat
een bevelhebber, die zoo handelde, een zeer gek figuur zou slaan
tegenover het zware wapen.
De schrijver werpe mij niet voor de voeten, dat hij een andere
bedoeling had, n.l. het niet wachten op artilleriesteun, als die niet
te krijgen iswant een „opdringen" van dien steun houdt toch zeker
in, dat artillerie beschikbaar is.
De schrijver vervolgt met een betoog, hoe er tal van omstandig
heden zullen zijn, dat de verbinding alleen bestaat in het voorloopig
aangeven van een doel, een terreinstrook enz.dat men de verbinding
eerst later zal tot stand brengen enz. Dat met de meeste snelheid
artillerievuur noodig is, hoe dan ook.
De schrijver heeft mij in het begin verweten, dat ik tactische be
schouwingen had geleverd en niet zakelijk was gebleven; iets, wat
ik meen te mogen ontkennen. Maar al moge dat waar zijn, de strek
king van mijn artikel is toch in 't geheel niet geweest tactische
beschouwingen te geven over de verbinding der wapens, zooals
schrijver ze thans levert? Kan de schrijver niet enkele aanhalin
gen doen uit mijn geschriften, waar een optreden als bedoeld door
mij is vermeld Ontken ik zelfs ergens, dat dit wellicht regel zal
zijn Zeide ik niet in mijn artikel, dat ik een schematische behan-
47i