ring voor den gelijkstroom vormt. Met betrekking tot het voorgaande wordt de condensator ook wel vergeleken met een snel veranderlijken weerstand. Deze zal dan bij stroomsluiting zijn O en na de lading oneindig groot. Een en ander zullen we kunnen opmerken door den uitslag van een galvanometer in de keten.We zien dus ook, dat de stroomrichting in den condensator tijdens de lading met den batterijstroom meegaat. Keeren we nu teiug tot de brommerketen, dan zal op het oogen- blik van stroomsluiting, het spanningsverschil aan de klemmen van den condensator gelijk zijn aan de volle klemmenspanning der bat terij, verminderd met het spanningsverschil, heerschende tusschen B en C d.i. dus gelijk aan E i (Wi W2). Deze spanning nu van dezelfde richting als de spanning van de batterij kan zeer vlug de zelfinductie in de keten bij stroomsluiting overwinnen. Bij een goede compensatie zal zelfs de zelfinductie zich in het geheel niet kunnen laten gevoelen en de keten zal alleen Ohmschen weerstand toonen. Bij de stroomsluiting zal dus de waarde van den stroom (in Ampère) gelijk zijn aan het quotient van den E. M. K. der batterij (in Volt) en de som van den inwen- digen batterijweerstand en Ohmschen weerstand van de keten (in Ohm). Bij de stroomluiting is de tak A 8 B als het ware uitge schakeld; immers nagenoeg onmiddellijk na den stroomdoorgangzal het anker aangetrokken worden door het in de weekijzeren kernen der bobines opgewekte magnetisme en het contact 7 worden verbro ken.— De stroomdoorgang zal dus ook ophouden en door de beide windingen wordt, tengevolge van de zelfinductie een E. M. K. opge wekt, d.z. de ontlaadspanningen (zie de gestippelde pijltjes), die nu als extrastroom in de richting van den oorspronkelijken stroom werken. De condensator ontlaadt zich daarentegen in tegenge stelde richting als de laadstroom en wel met een ontlaadspanning, die weer die extrastroomen zal compenseeren. Het anker veert terug en alles zal zich weer herhalen. Tusschen de ankerveer en de punt van het contactschroefje c zou 8.1., tengevolge van den extrastroom een spanningsverschil op treden, dat groot genoeg zou zijn om den kleinen luchtafstand door te slaan (vonkverschijnsel) en welke vereffening door het puntig uiteinde van schroef c wordt bevorderd. Hierdoor zouden afslij ting, verbranding, enz. van de contactplaatsen het gevolg zijn, die de brommer-oproepinrichting ongevoeliger zouden maken. Bovendien leiden we uit het voorgaande af, dat bij een goed gekozen condensator, d.w.z. bij een volkomen compensatie der ex- 493

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 527