trastroomen, de stroomonderbrekingen sneller zullen plaats vinden
rn.a.w. het aantal trillingen per secunde zal naderen tot het eigen
trillingsgetal van de ankerveer; de toon, dien we hooren, zal dus
hooger zijn en naderen tot den eigen toon van d veer.
Vooral bij dunne veeren, die een groot eigen trillingsgetal
bezitten, kan de toepassing van een condensator veel nut op
leveren.
Schakelen we in de plaats van den mf condensator een van
2 mf, dan is de toon reeds hooger.
De grootte der condensatoren zou men b.v. op de wijze als aan
gegeven in het volgende schema (zie fig 6) kunnen bepalen, waar
voor men de toelichting zelf zou kunnen vinden uit mijne beschou
wing boven.
Op den galvanometer mag men dus geen uitslag waarnemen, wan
neer na sluiting van den stroom, de sleutel weer losgelaten
wordt.
Heeft men geen condensator, waarvan men de capaciteit kan
regelen (draaibare, a a dan kan men door parallel- of serie
schakeling of wel door een combinatie hiervan, de capaciteit ver
meerden o! verminderen.— Eenige capaciteiten parallel gescha
keld, hebben een totale capaciteit, gelijk aan de som dercapaci-
1
teiten, en in serie geschakeld, gelijk aan—wanneer
-+ü+- enz.
a rb 1 c
a, b, c enz. de capaciteiten van elk dier condensatoren zijn.
Gaan we nu over tot den condensator van 2 mf capaciteit.
Deze is in de secundaire keten als volgt geschakeld, zie Fig. 7.
Vormt de condensator na de lading voor gelijkstroom een blokkee
ring, voor wisselstroom is de condensator een zeer geringe weer
stand en wel zooveel te geringer, naarmate de frequentie van den
wisselstroom hooger is.Een en ander wordt uitgedrukt door de
1
formule: Wc waarin Wc condensatorweerstand in Ohm,
«C
u -2s-n en C de capaciteit van den condensator in farad. Voor
1
gelijkstroom, waarbij n 0, is dus: oneindig groot; d.w.z.
de condensator laat (na lading) geen gelijkstroom door.
Voor n=25, d.i. ongeveer de frequentie van den wisselstroom
van den inductor, zal de weerstand, door een 2 mf condensator
geboden, zijn:
494
1 lil.