Maarde tijden veranderden en hoewel de Academie ook wel mee veranderde, was het tempo, waarin ze met haar tijd mee ging, van dien aard, dat ze ten achter geraakte. Ze was ten laatste dan ook werkelijk ietwat verouderd Niemand was daarvan meer overtuigd, dan het korps leeraren. Maar het is niet gemakkelijk een militaire instelling grondig veranderd te krij gen! Dat weten wij allemaal wel. Allerlei kleine verbeteringen werden er in den loop der jaren aangebracht, aan kleine wenschen der cadetten werd zooveel mo gelijk tegemoet gekomen Doch het keurslijf van Wetten en Konink lijke Besluiten was eng en heel veel kon er niet gedaan worden. De „groote lijn" om eens een geliefkoosde redenaarsuitdrukking te gebruiken bleef dezelfde. Tot men ten slotte aan hooger hand ook inzag, dat er iets gedaan moest worden. Er werd in 1910 een commissie ingesteld, die tot opdracht had een volledig verslag uit te brengen omtrent een algeheele reorganisatie van het onderwijs. In 1913 werd dit verslag openbaar gemaakt en het bleek, dat de commissie een geheele omwenteling in de opleiding der officieren noodig oordeelde. Om ons te bepalen tot ons onderwerp, de Aca demie, zij hier in het kort alleen vermeld, dat deze instelling naar het oordeel der commissie gehandhaafd moest blijven, zij het dan in een gewijzigd karakter. De adspirant-officieren zouden namelijk eerst aan een „Voorcursus" in militairen zin practisch gevormd wor den, om daarna aan de Academie de wetenschappelijke en speciale vak opleiding voor de verschillende wapens te ontvangen. Als garnizoen voor de „Voorcursus" werden door de commissie Ede of Amersfoort, aanbevolen. Toen in 1914 de oorlog uitbrak, was er, begrijpelijkerwijze, aan de voorstellen der commissie nog in geen enkel opzicht gevolg, gegeven. Eén der mobilisatiemaatregelen van het Nederlandsche Ministerie van Oorlog was het stopzetten van de officiersopleiding, iets, wat wij nooit hebben kunnen begrijpen. Logischer zou het zijn in dat geval deze opleiding dubbele capaciteit te geven. Maar het personeel had algemeen een mobilisatiebestemming, die vóórging, een fout, die zich natuurlijk moest wreken. Indien het hier in Indië ooit tot de oprichting van een Academie mocht komen, dat men dan de les in Holland geleerd ter harte neme. De opleiding van officieren moet bij mobilisatie onbelemmerd voort kunnen gaan, de leerkrachten mogen dus geen andere mobilisatiebestemming hebben. I. M. T. 33 1319. 515

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 551