In het eerste jaar worden nu de cadetten zooveel mogelijk prac- tisch in militairen zin gevormd en opgeleid tot sergeant. In dien rang worden zij dan gedurende de zomermaanden gedetacheerd en na terugkomst aan de Academie krijgen zij den vaandrigsrang. In dien rang worden zij in de twee volgende jaren verder opgeleid in het meer theoretische en speciale gedeelte van hetgeen zij voor den officiersrang in hun wapen moeten weten. Het is hier de plaats om enkele woorden te wijden aan de quaestie, of het gewenscht is als leervakken de paedagogiek en de psychologie op te nemen. Het is namelijk wel opvallend, dat alle schrijvers over het opleidingsvraagstuk, zoowel hier als in Nederland, het noodig achten althans opvoedkunde als leervak in te voeren. De Staatscommissie heeft zich indertijd daartegen verklaard op gronden, die wij als bekend mogen veronderstellen. Ook het Aca- demiebestuur en de leeraren hebben zich hierover dikwerf in gedach- tenwisseling begeven. Op uitnoodiging van dat bestuur heeft zelfs de Heer Gunning, erkende autoriteit op dit gebied, een lezing over dit onderwerp gehouden voor de leeraren. Z Ed begon met te ver klaren, dat paedagogiek eigenlijk geen leervak was en zich daar voor niet leende. Men kon er hoogstens eenige voordrachten over houden. Maarer waren menschen, die zonder paedagogiek goede opvoeders werden, terwijl er nog meer waren, die het met paedagogiek nooit leerden. Dien avond kregen de voorstanders van paedagogiek-onderwijs wèl een douche. En wat zijn ten slotte de resultaten van paedagogiek-onderricht? Leeraars aan H. B. S en onderwijzers krijgen les in dat „vak". En zijn dat alle zulke goede opvoeders Wij weten wel beter. Er zijn veel goede onderwijzers, maar die zouden het zonder paedago giek ook geweest zijn. Doch er zijn er ook, die niets beter mogen heeten dan kleinzielige machtswellustelingen en kinderbeulen. Het karakter en de aangeboren aard beslissen hier. Zijn die van huis uit opvoedend en verklarend, dan is de betrokken persoon een geboren onderwijzer. Heeft men dien aard niet, dan kunnen beschaving en een hoog plichtbesef nog goede resultaten geven Ontbreekt ook dat, dan helpt geen paedagogieklesgeen tien dikke boeken over opvoedkunde kunnen de slachtoffers van een dergelijken onderwijzer redden. Zoo is het met de officieren ook. Beschaving en een hooggevoel voor plicht zulien den niet-geboren aanvoerder en opvoeder genoeg zaam steun geven om zijn moeilijke taak alleszins bevredigend te volbrengen. 517

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 553