Wanneer nu opgegeven wordt: schildbatterij (of ongedekte bat terij), wil dit nog niet zeggen, dat de P. alle stukken der bat- terijkan zien; het is heel goed mogelijk, dat maar één stuk b.v. zichtbaar is en van de andere de vuurverschijnselen worden gezien. Doet zich bij het doel nog iets bijzonders voor, dan wordt dit aan gegeven door een korte toevoeging, b.v. als een batterij zonder schilden achter een borstwering is opgesteld, zal in het bericht worden gezet: „Ongedekte batterij van ....stukken, achter borst wering". In het algemeen houdt de P. zich uitsluitend aan de drie boven gegeven recepten en geeft slechts die toevoegingen, die voor den G. A. C. van belang kunnen zijn. Van loopgraven, in aanbouw zijnde werken enz. wordt ten allen tijde de breedte opgegeven, want deze kan van invloed zijn op het aantal tegen het doel te bezigen batterijen Het is het beste, alle breedten in duizendsten te doen opgeven en niet in M., behalve in één hierna te noemen geval. De nu volgende opgave is de „stand", die door den P. steeds op het midden van het doel wordt opgegeven en dus niet, zooals wel eens gemeend wordt, op het best zichtbare gedeelte van het doel. Daarna komt de „Plaats", d.w.z. de opgave van de coördinaten. In het V. A. V. A. staat vermeld, dat hieraan toegevoegd moet wor den „nauwkeurig" of „niet nauwkeurig". Ik zou deze aanwijzing willen laten vervallen. In de eerste plaats, wat is nauwkeurig? Wordt een fout van een of meer m M. op de kaart hier nog onder gerekend of niet? Waar wij in werkelijkheid al heel tevreden mo gen zijn, als een doel vanaf één post te zien is, zijn de coördinaten van een doel vrijwel een noodzakelijken factor, om een vuur te kunnen openen. Is nu een doel zichtbaar, dan kan een geoefend P., die met het voorterrein bekend is, de coördinaten ervan opgeven, en zijn van een doel alleen b.v. vuurverschijnselen te zien en is de plaats ervan niet te bepalen, dan is het veel beter, om niets op te geven, dan er naar te raden en toe te voegen „niet nauwkeurig". Aan een dergelijke opgave heeft een G. A. C. toch niets. De rubriek „aanwijzingen" wordt als regel niet ingevuldden P.ers wordt geleerd, slechts bij uitzondering hierachter iets te vermel den, want anders zouden zij met allerlei breedvoerige verhalen aan komen, die van nul en geener waarde zijn, het bericht onnoodig lang maken, en dito moeilijk om te telefoneeren. Slechts worden vermeld 526

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 562