omstandigheden, die voor de G. A. C. van belang zijn, maar niet die, welke de B.C. moet weten; hij kan zich later voor het krijgen van verschillende inlichtingen weer wenden tot den hem toegewe zen W. Een te vermelden „aanwijzing" kan b.v. zijn de plaats, waar de voorwagens van een batterij zijn opgesteld. Op de „waarneming", die nu opgegeven moet worden, wil ik hieronder nader terug komen, doch wel, alvorens van het peilbe- richt af te stappen, moge hier een voorbeeld volgen. Nommer: 1. PostPadakassih N. Tijd8 u. 55 v.m. Doelvurende schildbatterij, 3 stukken. Stand: 2 3 5 1. Plaats: K 7 11 14 (Aanwijzingen) WaarnemingJa A. De tweede soort berichten, die de P. kent, zijn de Spoedberichten. Deze berichten worden opgemaakt van bewegende doelen. Of het wenschelijk is om door de peilposten alle bewegende doelen of een bepaald gedeelte er van te laten aanpeilen, waar aanwezig zijn: een officier-uitkijkpost, een (of meer) z.g. Afdeelings Com- mandant(en) en als regel batterijen met bijzondere opdrachten, wil ik hier buiten beschouwing laten. Om te beginnen moet een spoedbericht steeds vóór alle andere berichten gaan, ook al zijn er reeds meerdere gewone berichten, die op verzending wachten. Een vaste vorm is natuurlijk niet aan te gevenmen kan zeggen, dat achtereenvolgens (in zoo kort mogelijke bewoordingen) worden opgegeven het nummer, de naam van de post, de tijd en verder voor Colonnesde wapensoort of hoedanigheid, z.m. de sterkte (des noods ongeveer), de plaats waar aanwezig op het oogenblik van aan peiling en marschrichting (de laatste twee z.m. in één veree- nigd) en bij een eenigszins belangrijke sterkte, waar zich het hoofd der colonne bevindt. Tirailleur linies: de breedte in M. (dus hier niet in duizendsten), de plaats en de aanvalsrichting. Mogelijke waarneming wordt natuurlijk niet opgegeven, omdat die voortdurend aan verandering onderhevig is. 527

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 563