Om de plaatsaanduiding vooralle bewegende doelen gemakkelijk te maken, verdient het aanbeveling om op de kaarten voor peil- en waarnemingsposten een groot aantal punten van de z g. „staat met vaste gegevens" aan te teekenen (zulks staat niet voorgeschreven, doch geschiedt veelal). De P. kan dan gemakkelijk de plaats der doelen opgeven t.o. van die punten. En bericht aangaande een colonne infanterie kan dan b.v. luiden als volgt „Spoedbericht No. 1 Sanggar 9 u. 45 v.m colonne infanterie3 compagnieën van hoogtepunt 652 naar punt 17. hoofd 500 M. N. van punt 17". De marschrichting is hier duidelijk genoeg in uitgedrukt. En voor een tirailleurlinie b.v.: „Sanggar no. 2 10 u.v.mtirailleurlinie breed 150 M op sawah O. Pr.Astana midden ICO M. O. punt 41 richting W-O". Met „richting" wordt hier natuurlijk bedoeld de aanvalsrichting. In dezen geest worden van alle andere bewegende doelen zoo eenvoudig mogelijke berichten opgemaakt. Of van een beweegbaar doel een spoed-, dan wel een peilbericht moet worden opgemaakt, hangt van den aard van het doel af. 1 roe penverzamelingen. aangespannen batterijen e.d. eischen een spoed bericht, terwijl b v. zich ingravende infanterie, die waarschijnlijk langer ter plaatse blijft in een peilbericht wordt gemeld. Als laatste punt blijft nu nog ter bespreking over De waarneming. Een van d e belangrijkste, ik zou bijna zeggen, een van de meest ingrijpende factoren van den 'geheelen dienst, is de waarneming. En hiervan is de beslissing voor een groot deel in hoogste instantie aan den P. opgedragen. Kan een B. C. zelf een doel zien, dan kan door hemzelf de beslissing genomen worden, op welke wijze hij te gen dat doel wil waarnemen; in alle andere gevallen echter wordt bij het opmaken van het peilbericht uitgemaakt, hoe tegen het doel zal worden waargenomen. Daarom is een gebiedende eisch, dat de op dit gebied meest ontwikkelde van de post, d i. de P., deze waar neming uitmaakt. Aanbeveling blijft het natuurlijk steeds verdienen om zooveel mogelijk de batterijposten zoodanig op te stellen, dat van hieruit een zoo groot mogelijk gedeelte van het voorterrein is te overzien. Een omstandigheid, waar ik hier nog even op wijzen wil, is dat de P.-ers, indien hier niet krachtig tegen ingegaan wordt, steeds 528

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 564