De B.C. krijgt van den G. A. C. een waarnemingspost aangewezen (ik Iaat de indirecte waarneming met twee zijposten hier buiten beschouwing) Wat evenwel door de post kan worden waargenomen, wordt hem niet medegedeeld: hij moet dit aan den W. vragen, en hem tevens verschillende gegevens mededeelen. Deze mededeelingen staan vermeld in punt 13 van den „Waarnemingsdienst" van het V A V.A. Beter is het m.i. om een andere volgorde hiervoor te ne men en wel: a. De functie van de post (L. of R. zijpost). b. Het doel. c. Richtvlakstand en c.q. de coördinaten. Nu vraagt de B. C. aan de W.ers, wat zij van het doel zien en wat er tegen waargenomen kan worden. De W.ers, stellen hun instrument en kijken naar het doelzij deelen den B. C. het noodige daarvan mede (o.a. de breedte, c q. de tusschenruimte der stukken, vooral het best zichtbare punt enz.) en welke waarneming of mo gelijk is. Nu wordt ook den B. C. medegedeeld, op welke wijze zal worden waargenomen, d.w.z. of zij tegen het doel zelf kunnen waarnemen, dan wel een hulpwaarnemingspunt willen gebruiken, dit laatste kan dan zijn een kampongrand, waarin het doel ligt, een galangan, waar het doel zich achter bevindt enz. Hierop deelt de B.C. den W. mede, met welk projectiel zal wor den gevuurd (verschil maken tuschen G. K S. en G. K T.>, en wat er moet worden waargenomen; hierna kan het vuur beginnen. Ten slotte enkele voorbeelden van doelopstellingen, die veelvul dig voorkomen met de daarop op te geven waarneming. 1. Er zij nogmaals op gewezen, dat tegen elk zichtbaar doel in open terrein als regel A. kunnen worden waargenomen. Een natte sawah voor en achter het doel zijn hiervoor geen bezwaar. In de eerste plaats zullen practisch geen projectielen in de modder smoo- ren en mocht dit wel het geval zijn, dan zien wij in de tweede plaats nog altijd een reusachtige kolom water en modder omhoog stijgen, die zich voldoende duidelijk ten opzichte van het doel af- teekent. Bevinden zich vóór of achter het doel ravijnen, dan hangt het van de diepte en breedte hier van af, of met A. kan worden ingeschoten, ja dan neen. Een diep, maar smal ravijn zal voor een vlakbaan batterij geen beletsel zijn om met aanslagen in te schie ten. Zoo moet ieder geval op zichzelf met de kaart erbij beoor deeld worden. Slechts wanneer het doel staat in een zware begroeiïng, dieniet hoog is, zoodat dus het doel wel zichtbaar is, maar kans bestaat, 530

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 566