dat de rook der aanslagen door de begroeiing wordt vastgehou den, mag woiden opgegeven: „Ja L. S." 2. Een doel is zichtbaar in den rand van een begroeiing, die zelf geen waarneming van aanslagen toelaat. Nu moet worden waarge nomen L. S., niet tegen het doe! zelf, want de schoten verdwijnen in de begroeiing en zijn dus evenmin als de A. daarin waarneembaar. De begroeiing wordt nu als hulpwaarnemingsobjectgebruikt door tegen den bovenkant van den rand van de begroeiing (waarin het doel staat) waar te nemener wordt dan feitelijk geschoten met een SH. O ten opzichte van den top van die begroeiing. Op het peilbericht was alleen, wat de waarneming betreft, inge vuld: Ja L. S. De B.C. verneemt van den W., dat er tegen de be groeiing moet worden ingeschotende G. A. C. weet van dit alles niets af, hetgeen ook niet noodig is. Een bijzonderheid, welke zich bij dit en bij soortgelijke gevallen kan voordoen, wil ik nog even vermelden. Het kan om een of an dere reden wenschelijk zijn, dat de B. C. toch met A. inschiet. Hij vraagt dan aan den W., of het ook mogelijk is, om b. v. alleen A. waar te nemen, waarop het antwoord dan bevestigend is- de schoten vallen dan natuurlijk maar daar mag cfe waar nemer nooit gebruik van maken, door een schot als op te ge ven. Ziet hij niets, dan geeft hij op en Iaat de beslissing om trent het of (-) aan den B.C. over. 3. Van het doel zelf is van af de post niets te zien dan vuur- verschijnselen, maar die vuurverschijnselen worden waargenomen in het een of andere terreinvoorwerp. Dan wordt in het peilbe richt ook opgegeven, dat waarneming van A. of L. S. mogelijk is en de W. deelt den B. C. mee, dat het en (-) ten opzichte van het terreinvoorwerp zal worden waargenomen; het L. en R., en de. S. H. worden, doordien de richtvlakstand en de tusschen- ruimten der vlammen bekend zijn, eenvoudig ten opzichte van de streep 50 in het richtvlak afgelezen en kunnen in den regel zelfs met den Goerzkijker worden opgemeten. De hierbedoelde terreinvoorwerpen kunnen zijnkampongranden randen van begroeiingen, galangans, kleurafscheidingen van twee stuk ken bouwgrond, paggers enz. Het doel moet echter steeds in het ter reinvoorwerp gelegen zijn; liggen de doelen op eenigen afstand er van, dan wordt steeds opgegeven, dat geen waarneming mogelijk is. Behalve de hier aangehaalde, veel voorkomende gevallen, be staan natuurlijk nog vele andere mogelijkheden; door onderling óver- 531 1. M. T. 34 1919.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 567