Ds DaardigheidsproeDen. Dat de graad van sportieve •ontwikkeling van ons leger niet hoog is, is algemeen bekend; de oorzaak is, dat er nooit veel werk van gemaakt werd. In sommige garnizoenen, waar men toevallig een paar sportliefhebbers had, werd er wat gedaan, doch dat strekte zich slechts uit over een zeer klein gedeelte der militairen, n.l. zij, die van nature aanleg er voor hadden. Deze militairen oefenen zich dan ook wel buiten de diensturen. Het sportonderricht in de dienst uren stond en staat op een laag peil, in hoofdzaak wegens gebrek aan instructeurs. Gelukkig begint hierin nu verandering te komen door het verplich tend stellen van de lichte vaardigheidsproef, terwijl de zware proef geanimeerd wordt door die proef in Bandoeng te houden, waaraan natuurlijk wel eenige aangename feestelijkheden zullen worden ver bonden, waardoor het voor de deelnemers tevens een prettig uitstapje wordt. Jammer vind ik het, dat de buitengewesten geheel zijn uitgeschakeld, Daar vertoeven toch öèk eenige duizenden militairen, op wier vaar digheid niet minder prijs gesteld wordt. De lichte vaardigheidsproef zou ook daar, in de meeste garnizoenen en op de posten, kunnen worden gehouden, en de militairen kunnen daarvoor ook best geoefend worden, daar de benoodigdheden met zeer geringe kosten kunnen worden verkregen en bijna overal Wel gelegenheid is. Alleen zou de proef voor alle deelnemers vermoedelijk niet tezelfder tijd kunnen gehouden worden, doch wat komt er dat op aan, het hoofddoel is toch zeker om de vaardigheid van het leger op dat gebied door middel van die proef te meten. Het patrouilleeren mag natuurlijk, waar noodig, er niet onder lijden. De militairen op de buitengewesten stellen er ook prijs op het vaardigheidsdiploma te ontvangen met de daaraan nog te verbinden voordeelen. Zij ook, keeren eenmaal weder terug naar Java en willen liever niet achterlijk zijn bij hunne kameraden. Daar komt nog bij, dat het intensieve patrouilleeren van weleer tot het verleden behoort, en dat er langzamerhand meer tijd is voor andere dingen. De zware vaardigheidsproef zou per gewest in de gewestelijke hoofdplaats kunnen geschieden, doch alleen van die militairen, waarvan, na gehouden proef bij de detachementen en posten, met zekerheid kan worden bepaald, dat ze er aan zullen voldoen, toe vallige omstandigheden niet medegerekenü. Ook deze zware proef behoeft voor alle candidaten niet tezelfder tijd te geschieden, doch kan geleidelijk plaats hebben, daar het op een bepaald tijdstip di- rigeeren van die militairen naar de gewestelijke hoofdplaats be zwaren met zich mede brengt. Desnoods zou ook deze proef in de kleine garnizoenen en op de posten kunnen geschieden. Waar het op aankomt is, dat de overzeeërs, waar zulks mogelijk is, mededoen met wat op Java ook gebeurtmet wat goeden wil, kan dat best op de buitengewesten. Mocht het dan op een enkele post eens niet kunnen wegens technische of tactische bezwaren, dan blijven 537

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 573