er toch nog vele over, waar het wèl kan. Ik geloof, dat met mij, allen, die aan de sportieve ontwikkeling van een leger hooge waar de toekennen, gaarne zouden zien, dat óók aan militairen buiten Java het vaardigheidsdiploma met de zoo mogelijk daaraan te ver binden voordeelen kan worden uitgereikt. Zeer zeker waardeeren zij het in niet mindere mate dan de op Java thuisbehoorenden. Wij willen dan ook hopen, dat spoedig het bepaalde omtrent het afleggen dier vaardigheidsproeven in dien geest moge gewijzigd wor den. Ketapang, Maart 1919. J. van der Heide, Eerste-Luitenant der Infanterie. 538

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 574