Oüerzicht dqii Ilederlandsche militaire tijdschriften. Militaire Spectator, No. 3. Maart 1919 In het eerste artikel dezer aflevering houdt Majoor van Dam van Isselt zich bezig met den geest in het leger en de burgerwachten, een onderwerp, vooral voor de toestanden in het moederland van actueel belang. Ongetwijfeld zijn de toestanden bij ons anders, zooals o a. uit het zeer interessante artikel van een artikel van Kapitein Marcus in de vorige aflevering van dit tijdschrift blijkt, maar dit neemt niet weg, dat het artikel van Majoor v. D. V. I. ook voor ons behartigenswaardige wenken bevat. Schrijver gaat uit van een artikel van Kap. DE Gelder in de Nov.-afl. van den Mil. Sp., 1918, waarin voor de zooveelste maal gewezen wordt op de noodzakelijkheid, om studie van de opvoeding en opleiding van den soldaat in het leerplan van onze militaire on- derwijsinrichtingen op te nemen. Inderdaad is dit een zaak van het hoogste belang, ook voor ons leger, en het is te hopen, dat bij een spoedige herziening van den grondslag voor het onderricht op dit gebied een aantal practische regels gegeven worden, in afwachting dat het leerplan van K M. A. en H. C. in den door ons gew§nschten zin wordt aangevuld. Ook wijst Majoor V. D. v. I. op de in Nederland bestaande bureauverer ring: „Er bestaat in ons Nederlandsch leger een overdreven waardeering voor bureau-arbeid en een geringschat ting voor den dienst in den troep. Deze laatste wordt hierdoor het kind van de rekening: de Staven absorbeeren te veel en te goede krachten; indien de encadreering van den troep al niet onvoldoende is, bereikt zij toch lang niet de hoogte, waarop zij kon, en bij juiste waar deering moest staan." Het is een kwaad, dat ook bij ons niet geheel onbekend is! De lezing van het artikel wordt zeer aanbevolen. Kolonel b.d. Schotman behandelt in „Nieuwe Banen?" de verhou ding tusschen meerderen en minderen naar aanleiding van een lezing van den bekenden Kolonel FABU1S te's-Gravenhage. Ook deze schrij ver is van oordeel, dat, om officieren en onderoffieren te verkrijgen, die in socialen en paedagogischen zin voor hun taak geschikt zijn, bij de samenstelling der opleidings- en examenprogramma's daar mede rekening gehouden moet worden. Kapitein ten Broecke Hoekstra geeft een overzicht van de wor dingsgeschiedenis en de taak van de depotafdeeling van den motor- dienst en de, daarvan een onderdeel vormende, afdeeling Vaarwezen, gevolgd door een afzonderlijk artikel over het Vrijwillig Landstorm korps Motor-. Vaar-, en Voerwezen. 542

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 578