heid, dat de officier in staat zijn moet persoonlijk de opleiding op zich te nemen, zonder alles aan de onderofficieren over te laten, Ook voor officieren van de landmacht bevat dit artikel, dat in strekking veel overeenkomst vertoont met de hierboven besproken artikelen van Majoor van DaM van Isselt, Kolonel Schotman, Kapitein van Nijnatten en Majoor Bruijn, veel, dat overdenking waard is. De Heer Koster geeft eenige mededeelingen over de nieuwe wijze van scheepsfa'oricage in de Vereenigde Staten. Verder artikelen over het gezinnenvraagstuk en het personeelvraag- stuk, mededeelingen uit de pers, korte mededeelingen over marinezaken, boekaankondiging, inededeehngen van de redactie, het voorloopig verslag en de memorie van antwoord betreffende de marinebegrooting voor 1919 en een uitreksel uit de handelingen der Staten-Generaal, bevattende de openbare beraadslagingen over hetzelfde onderwerp. Ad. Int. Militair=Technisch Tijdschrift, No. 10, Febr, 1919. Luit. ter zee Nieuwenhuis geeft „Een en anderover watervliegtui gen," waarbij hij vooral stilstaat bij de eischen, waaraan de drijvers moeten voldoen, en de verschillende constructies bespreekt, welke daarbij worden toegepast; het artikel, dat vergezeld gaat van twee foto's van een Nederlandsch marinevliegtuig, wordt vervolgd. Voor het overige vervolgen van reeds in vorige afleveringen aan gevangen artikelen; Z90 behandelt Res.-Luit Tolk in „Draadlooze berichtgeving voor militaire doeleinden" de halfmobiele stations, terwijl Luit. Wilson („Over de technische inrichting van moderne zoeklichten") bespreekt het bijregelen van de lamp, de lichtsterkte in den bundel, tweeden bundel strooilicht en verder een aanvang maakt met de technische beschrijving van een vast zoeklicht, waarbij eenige verduidelijkende teekeningen. Ten slotte geeft Dr. van Duijn in „De brisantievan explosiva" een beschouwing over de detonatiesnel heid, J. 546

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 582