in overweging te geven, dat wanneer men niet wil overgaan tot
invoering van dienstplicht onder de Europeanen ter Oostkust van
Sumatra, de instandhouding van het vrijwilligerscorps te verzekeren.
Ik zou hiervoor willen aanbevelen een instructeur te kiezen in over
eenstemming met het advies van den Raad van commando van het
corps.
Verder is het aanbevelenswaardig het onderwijspersoneel uit te
breiden, zoodat elke compagnie van het vrijwilligerscorps beschikt
over officieren of onder-officieren als instructeurs Ik ben overtuigd,
dat wanneer de leiding van het vrijwilligerscorps in goede handen
berust, het verloop zal verminderen, vooral, wanneer men het als
een dreigend spook de invoering van dienstplicht voor oogen houdt;
op die manier zullen zoowel het staats als het particulier belang
gebaat worden.
De heer B e r g m e ij e rMijnheer de VoorzitterHet was oor
spronkelijk mijn bedoeling niet om aan deze discussie deel te nemen
Van te voren was ik overtuigd, dat de grieven, die van verschillende
zijde geuit zouden worden tegen toestanden in het leger, ook in
menig opzicht zouden weergeven, wat ik meen. Ik ben daarbij ook
overtuigd, dat de Regeering in het meest snelle tempo zal arbeiden
om de gewenschte verbeteringen in te voeren. Ik heb dan ook het
woord gevraagd om een andere reden. Met een enkel woord wil
ik belichten de eigenaardige houding van een mijner geachte me
deleden (ik zie den heer Teeuwen glimlachen, hij begrijpt al, dat
ik hem bedoel), zooals die dezen morgen duidelijk aan den dag is
getreden Het gaat hier over de zinsnede in de bekende Regeerings-
verklaring
„Hoewel de Regeering op grond van de te haren dienste staande
gegevens haar uitspraak handhaaft, dat in het Leger geen alge-
meene ontevredenheid heerscht, wil zij op grond van de tegen
overgestelde meening van sommige leden van deze vergadering
doen, wat mogelijk is om in sneller tempo, dan nu gevolgd wordt,
tegemoet te komen aan bekende grieven n 1. de nog onvolmaakte
regeling der voeding, verouderde kazernetoestanden en ten slotte
de onbevredigen rechtspleging".
Daarin heeft de heer Teeuwen gelezen, dat de Regeering toch
eigenlijk de minderheid gelijk geeft en dat de Regeering zegt:
Die algemeene ontevredenheid bestaat wel Ik geloof, dat de heer
Teeuwen de bekende passage wat vluchtig heeft gelezen, er staat
toch, de Regeering ontkent het bestaan van algemeene ontevre
denheid, maar e rkent het bestaan van grieven. Dat is niet hetzelfde.
Er is een groot verschil tusschen het bestaan van algemeene onte
vredenheid en het bestaan van grieven.
Nu zijn die grieven bijna door iedereen geuit, ook door den heer
Teeuwen en zijn geestverwanten en nu vinden wij het eigenaardig
verschijnsel, dat, wanneer om verbetering van allerlei misstanden
gevraagd wordt en de Regeering die verbetering spoedig wil aan
brengen en er de noodige gelden voor vraagt, dat dan die heeren,
die het meest op herstel van de grieven hebben aangedrongen,
78