te worden aangezien. Ik weet niet, of dat werkelijk in de bedoe ling van de heeren ligt Ik denk, dat wanneer men hen wijst op hun inconsequentie, zij zullen protesteeren. Het ligt dunkt mij, voor de hand om te zeggen: Mijne heeren gij zijt volgens Uw eigen woorden niet in staat U uit te geven voor een politieke partij die de werkelijke verantwoordelijkheid voor een politieke beslissing wil aanvaarden. Daarom zou ik meenen, dat het hoog noodig is, dat buiten deze vergaderzaal aan die militairen, die in de heeren Cramer ^"/eeuwen de vertegenwoordigers van hun belangen zien, eens duidelijk gemaakt wordt, dat, wanneer de heeren Cramer en Teeu- wen de macht in handen krijgen, het er voor de militairen treurig uit zou zien. Wanneer het op betaling aankomt, dan geven de heeren met thuis. Duidelijk komt hier aan het licht, dat een aer- gehjKe houding alleen kan worden getolereerd bij menschen, die veiklaren: „Geen man en geen cent" en die alieen strijden voor algemeene ontwapening. Wil men volksweerbaarheid invoeren en dat wil de sociaal-democratie - waarvoor gelden noodig zijn dan most men bereid zijn om de gelden te voteeren, teneinde de misstanden te verbeteren. Ik mag in dit verband herinneren aan de uitspraak van een anderen sociaal democraat, het lid van den Duitschen Rijksdag Noske, die op 26 Juni jl. gezegd heeft, dat het dwaasheid is te zeggen, dat het leger alleen dient om de'bezit- tenden te beschermenvan een vijandehjken inval ingeval van een nederlaag zou het proletariaat het meest te lijden hebben". Ik meen, dat wij verplicht zijn de Regeering krachtig te steunen in haar' energieke pogingen om de bestaande misstanden uit den weg te ruimen, en tevens, dat het nu voor de mindere militairen een goe de gelegenheid is te zien, wie hun ware vrienden en wie slechts hun schijn-vrienden zijn. De heer Van Hinloopen Labberton: Mijnheer de Voor zitter! Up een enkel punt zou ik gaarne eene inlichting ontvangen Met groote instemming heb ik de indiening van deze voorstellen tot lotsverbetering gezien. Maar dit is uitsluitend de materieele kant van de zaak. Er is eenter ook eene personeele; en nu zou ik willen vragen, of eer getracht zou kunnen worden voor ontwik keling en ontspanning van den militair op stelselmatig georganiseerde wijze wat te doen. Ik acht dit van haast nog grooter belang dan de verschaffing van wat meer zakgeld. Ik noemde die woorden ontwikkeling en ontspanning, omdat ik meen, dat dit de naam is voor de centrale organisatie in Nederland voor dit doel werkzaam. Wij hebben het voorrecht gehad tijdens de mobilisatie in Ne derland te zijn, en daar heel veel van de strijdmacht in rust en in actie te zien. En het is mij opgevallen, dat er van dezen per soonlijken omgang tusschen officieren en minderen, het houden van voordrachten, het geven van leergangen enz. enz zooveelmeer werk werd gemaakt dan vroeger. Vooral onderwijs in zaken, die later van pas kunnen komen, is van belang. De vraag die ik stel len wil is dezeIs de Regeering bereid in Indië de instelling van 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 82