zulk een centraal bureau voor ontwikkeling en ontspanning in over weging te nemen door een daarvoor geschikt officier speciaal aan te wijzen, om de zaken tot ontwikkeling te brengen, te leiden en in gang te houden, als de belangstelling in een enkel garnizoen eens wat mocht verflauwen. Een bureau dus in den geest van het bureau voor sociale adviezen. De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog: Alvorens de verschillende sprekers van hedenmorgen te beantwoorden, rest mij nog eenige inlichtingen te geven omtrent enkele vragen, door den Volksraad gesteld en waarop nog geen antwoord gegeven kon worden Die vragen betreffen de onderafdeeling 383ö van de aanvullingsbegroo- ting en hadden ten doel inlichting te verkrijgen omtrent de sche pen, welke zullen worden verbeterd, in verband met de nadere eischen aangaande het vervoer van Europeesche militairen gesteld en omtrent de kosten van dien .maatregel De tweede vraag luidt„Gaarne zou men vernemen, wat ver staan kan worden onder het wettig gezin van inlandsche militairen". Op die eerste vraag kan ik antwoorden, dat ik daaromtrent geen gegevens kan verschaffen, omdat het verbeteren van de schepen zelf evenals de aanwijzing daarvan geheel is overgelaten aan de Paketvaart-Maatschappij, die onze militairen zal vervoeren; toezicht op die verbeteringen zal uit den aard der zaak worden uitgeoe fend. De gelden daarvoor benoodigd zullen door die maatschappij worden beschikbaar gesteld; daartegenover zal haar hiervoor en voor de verder nader ten opz chte van het vervoer van die mili tairen gestelde eischen een verhooging van 50% op den contrac tueel vastgestelde overtochtskosten worden toegekend Ik ben overtuigd, dat de heer Koning hier aanwezig, alle mogelijke inlichtingen zal willen geven omtrent de schepen zelf en de daaraan aan te brengen verbeteringen. De aan dien maatregel voor het land verbonden hoogere uitgaven worden blijkens een berekening, bij het Departement van Oorlog opgemaakt, geraamd op 2600.—'s jaars. Tot het wettig gezin van den Inlandschen militair, niet-Christen zijnde, worden gerekend de eerste of oudste wettige vrouw met de daaruit geboren kinderen. Ook bij de algemeene beschouwingen, die hier geleverd zijn naar aanleiding van de suppletoire begrooting, zijn nog enkele punten, die ik niet onbesproken meen te moeten laten. In de eerste plaats heeft de heer Tjipto Mangoenkoesoemo het in zijn rede van 14 November gehad over de houding van de leger- autoriteiten en liet daarop volgen, dat zij om de soldaten afleiding te bezorgen, om bezigheid voor hen te zoeken om gekanker te voorkomen, naar een bliksemafleider hadden gezocht en deze meen den gevonden te hebben in het uitzenden van militairen tot machts vertoon. Later heeft de heer Cramer dit nog een beetje aangedikt en bovendien de stelling geopperd, dat die maatregel werd genomen om de soidaten te onttrekken aan de zoogenaamde opruiers, waarvan door dien spreker enkelen met namen werden genoemd. 81 I. M. T. 6 1919.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 83