Artikel II.
Bij de uitoefening van de rechtsmacht, welke uit het bepaalde
in het voorgaande artikel voortvloeit, zal het Hoog Militaire Ge
rechtshof van Nederlandsch-Indië zich hebben te gedragen overeen
komstig hetgeen in de Provisioneele Instructie voor het Hoog Mi
litaire Gerechtshof in het vaderland, gelijk deze thans luidt of in
den vervolge nog mocht worden gewijzigd, is voorgeschreven om
trent de wijze van delibereeren, de approbatie, de rechtspleging,
den Advokaat-Fiscaal, den Griffier, de gevangen-of provoosthuizen,
de Praktizijns bij het Hof en de kosten.
Artikel III.
Deze wet is ook verbindend voor de Koloniën en Bezittingen
in andere werelddeelen.
Bijlage B.
Bepalingen betreffende de toepassing van de Crimineele Wet
geving voor het krijgsvolk te water in Nederlandsch-Indië ter
vervanging van die in Staatsblad 1886 No. 38 (S. 1887 No. 102).
Art. Europeesche schepelingen en andere aan de Crimineele
Wetgeving voor het krijgsvolk te water onderworpen personen, die
niet tusschen de keerkringen geboren en opgevoed zijn, worden,
indien zij bij een vonnis van een Zeekrijgsraad in Nederlandsch-
Indië of bij een in gewezen sententie van het Hoog Militair Ge
rechtshof van Nederlandsch-Indië veroordeeld zijn tot gevangenis
straf, militaire detentie of hechtenis, zoo spoedig mogelijk naar
Nederland opgezonden, ten einde daar te lande hunne straf te
ondergaan, tenzij hun straftijd, gerekend van den dag waarop het
vonnis of sententie mag worden ten uitvoer gelegd, minder bedraagt
dan acht maanden. De opzending geschiedt steeds, wanneer de straf
gepaard gaat met ontzegging van het recht om bij de gewapende
macht of als militaire geëmployeerde te dienen.
Heeft geen opzending plaats, dan wordt de straf ondergaan
in eene der gestichten in Nederlandsch-Indië en wel de gevan
genis en wel de gevangenisstraf en de militaire gevangenis als
gevangenisstraf, de militaire detentie en de hechtenis als hechtenis.
(2) Ten aanzien van hen, die geboren en opgevoed zijn tusschen
de keerkringen, worden al de bovengenoemde straffen, waartoe zij
bij een vonnis of sententie als in het eerste lid bedoeld in Neder
landsch-Indië veroordeeld zijn, geheel aldaar ten uitvoer gelegd en
7