Tuitouwen om het midden van de brug met den oever te verbinden verdienen aanbeveling en zijn bij grootere overspanningen dan 25 JVL beslist noodig. fig. 8: Constructie van een bamboeschraag. fig. 9: Steunpunt van twee schragen op de kabel. fig. 10: Samenkomst van twee schragen aan de bovenzijde. fig. 11: Verankering. fig. 12: Liggerverdeeling bij een 20 M. brug van bamboe. Het zal in de werkelijkheid niet vaak voorkomen, dat bij het slaan van een brug door de bij een beweeglijke troepeneenheid (bijv. een brigade) ingedeelde genie, zooveel hout in de naaste omgeving van het werk aanwezig is, dat dit geheel met hout kan worden uitgevoerd. Als regel zullen pionierbruggen in tijd van oorlog van bamboe worden gemaakt. Ad. 4. Constructie van een kabelbrug met lage ophangpunten en hellende schragen van hout. Toch zal het geval zich voor kunnen doen, dat hout in voldoende hoeveelheid aanwezig is, zoodat wij dan in plaats van bamboe hout zullen toepassen, daarbij a. dezelfde constructie volgende als bovenaangegeven voor bamboe, echter de schragen met enkele draagkussens. In andere gevallen, waar het met oog op de draagkracht zeer gewenscht is hout toe te passen en waar de mogelijkheid bestaat, dat dit materiaal niet ter plaatse gevonden kan worden, verdient het aanbeveling b. dit type brug in verschillende overspanningen van 20-40 M. (voor uitbreiding vatbaar) op te leggen, waarbij de schragen, wind verband, hoofdkabels enz. alles pasklaar en uitneembaar. De schragen voor 25, 35 (45 en 55) M. zijn dan tevens te gebruiken bij de brug van respectievelijk 30, 40, (50 en 60) M. overspanning. Zie de tabel; fig. 13 en 14. F. G. L. Weijerman. Eerste-Luitenant der Genie. 642

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 104