Alle wapens van eenzelfde soort frecrutenwapens afzonderlijk) bij het leger worden doorloopend genummerd Wapens, die nog niet van zoo'n doorloopend nummer zijn voor zien, worden aangeduid met het thans daarop aanwezige korps- merk en wapennummer. Op standplaatsen van officieren van wapening staan de garnizoens magazijnen onder dezen en zijn er, evenals thans, ateliers aan ver bonden, die ook reparaties verrichten ten behoeve van nabij ge legen garnizoenen zonder werkplaatsen. Op andere plaatsen wordt het garnizoensmagazijn beheerd door een daartoe aan te wijzen officier of onderluitenant (deze officier of onderluitenant kantevens korps-, comp.- of detachements- oefeningen meemaken, dan wel, indien hij ongeschikt is voor den velddienst, voor garnizoensdiensten en verder voor allerlei voorloopige en gerechtelijke onderzoeken worden aangezen echter verricht deze beheerder geen dienst buiten het garnizoen, en neemt dus geen deel aan meerdaagsche oefeningen, manoeuvres e.d.). Bij kleine detachementen, waarvan de officieren allen bij ^oerbeurt noodig zijn voor patrouillegang, beheert de fourier of een sergeant, dan wel een daartoe geschikt korporaal het garnizoensmagazijn. Inlevering en ontvangst van wapens, enz. hebben plaats door tusschenkoinst van den betrokken comp. commdt. Dat aan het beheer een hoogst eenvoudige administratie verbonden moet zijn, spreekt vanzelf en dat is dan ook geenszins onmogelijk. Het garnizoensmagazijn heeft ter verstrekking en verwisseling (ook bij mobilisatie) van recruten- en schietwapens een voorraad, varieerende tusschen in verband met de vermoedelijke plaatselijke behoeften vast te stellen minimum- en maximum-hoeveelheden. Garnizoensmagazijnen met atelier en centrale magazijnen hebben tevens in voorraad de noodige ongenummerde geweren, karabijnen, pistolen, leergoedonderdeelen, gereedschappen, klewangs (2), enz. ter completeering van uitrustingen, welke gedeeltelijk vernieuwd moeten worden. Bij daling beneden het minimum of overschrijding van het maximum heeft aanvulling uit, resp. terugzending naar het (betrokken) centrale magazijn plaats. (D Het voorzien van elk wapen van het stamb. nummer van den ge bruiker zou wellicht te veel bezwaren meebrengen. (2) Daarmee worden bedoeld „sabels mar.in Holland gebruikt men, naar wij meenen, den Maleischen naam „klewang", hetgeen men hier gevoeglijk ook zou kunnen doen. 644

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 106