drie cylindrieche trommels, op de eene trommel wordt de buigzame
zinkplaat aangebracht, de tweede trommel is voorzien van een gum
midoek. Deze beide trommels raken elkaar, terwijl derde trommel,
welke telkens voorzien wordt van een kaartblad, alleen met den
laatsten trommel in aanraking is. Worden de drie trommels in
draaiende beweging gebracht, dan geeft de zinkplaat de teekening;
af aan de gummilaag en deze brengt haar over op het kaartblad.
J. C. F. Ohlhardt,
Eerste-Luitenant bij
den Topografischen Dienst.
6£ 2