Onder af deeling 413
De uitgaven hebben plaats door uitkeering van bij Regeerings-
beschikking vastgestelde schadeloosstelling.
Onder afaeelin% 416 Renteloos voorschot aan de N. V. veeteelt-
onderneming Djampit.
De eerste merries, benevens een in Australië aangekochten vol
bloed hengst zijn den len Mei 1919 te Djampit aangekomen, daar
het contract eerst in December 1918 is gesloten. Resultaten zijn dus
nog niet verkregen.
Daar de jonge paarden eerst op vierjarigen leeftijd zullen worden
overgenomen zal het dus tot 1924 duren voor de eerste te Djampit
gefokte remonten bij het leger kunnen worden ingeschreven.
Onderaf deeling 417. Kosten verbonden aan het invoeren van
dienstplicht voor de Europeesche Nederiandsche onderdanen.
Na hetgeen hiervoor reeds is medegedeeld, vereischt de hier ge
stelde vraag eigenl k geen beantwoording meer Zooals toch reeds
werd opgemerkt, maakt de Europeesche militie slechts een onderdeel
uit van de weermacht, welke op grond van artikel 113 R.R.
kan worden in het leven geroepen, en mag zij derhalve niet als op
zich zelf staande worden beschouwd.
In de voorstellen van den regeeringscommissaris voor de legervor
ming, welke den Volksraad ter behandeling zijn aangeboden, wordt
de weg aangegeven om te geraken tot de vorming van een leger
ter sterkte van 1C0.G00 man, welke sterkte, alhoewel in de toe
komst voor vergrooting vatbaar, vooralsnog voldoende wordt geacht
om een inval van een B V. te verhoeden, c. q. met uitzicht op
gunstig gevolg te kunnen tegergaan.
Dat daarbij de ontwikkelde inlanders, evenals thans reeds t. a. van
de ontwikkelde Europeanen geschiedt, tot kader zullen worden op
geleidt, behoeft ter nauwernood vermelding, al zullen deze, alvorens
hunnen rang te bereiken, ook de gewone recuten-opleiding moeten
doormaken. Echter wordt er de aandacht op gevestigd, dat de op
leiding voor een kaderbetrekking veelal zal moeten gepaard gaan
met verlenging van den eersten oefeningstijd.
Onderaf deeling 422. Uitgaven voor de oprichting van een vlieg
kamp nabij Bandoeng.
De bedoelde post is voor herinnering op de begrooting gebracht,
teneinde de gelegenheid te openen om, indien het voor 1916
toegestane bedrag van 1 885.COO niet in zijn geheel in dit jaar
mocht kunnen worden verwerkt, het resteerende gedeelte in 1920
te kunnen verwerken.
Het ligt in de bedoeling het werk zooveel mogelijk in 1919 te
voltooien.
Beslist is reeds dat maatregelen zullen worden genomen ten behoeve
van verminkte en van de nagelaten betrekkingen van verongelukte
vliegeniers.
Uitgewerkte voorstellen ter zake zullen dezer dagen het departe
ment van oorlog verlaten.
656