3. Naar aanleiding van het artikel in de soldaten- en matrozen- krant van 15 Mei 1918 getiteld: Hoe men zieke militairen behan delt, wordt aangeteekend, dat het feit zich in hoofdzaak heeft voor gedaan, als in bedoeld artikel omschreven. De door den sedert overleden officier van gezondheid aan den lijder gegeven opdrachten zijn echter verstrekt uit medische over wegingen en dienden om den patient, die lijdende was aan op zenuw invloed en rentebegeerte berustende samentrekking van den linker voet, te overtuigen, dat bij hem slechts de wilskracht ontbrak om te kunnen loopen, daar de misstand van den voet op zichzelf daar tegen geen beletsel was. De zaak is indertijd onderzocht, waarbij de betrokken geneesheer erkende, dat hij beter had gedaan zijn poging om den patient van zijn waanidee, niet te kunnen loopen, te bevrijden niet op de zaai, doch in een afzonderlijk vertrek in te stellen 4. De juiste toedracht van het neerschieten van een inlander bij Karangdinaja en een bij Wates is als volgt: a. Het neerschieten van een inlander bij Karangdinaja heeft plaats gehad op den 20sten Februari j.l. om ongeveer 3 uur n. m. Bedoelde inlander werd door de militaire patrouille op heeterdaad betrapt op het stelen van cassavewortelen; hij vluchtte bij het zien der patrouille. Deze sommeerde den dief herhaaldelijk in de Javaansche taal om ha't te houden aan welke sommatie echter geen gevolg werd gegeven. Daarop deed de patrouille een schot in de lucht en toen de dief vervolgens nog geen gehoor gaf aan de sommatie om zich over te geven, werd er op hem gericht en werd hij neergeschoten. De omschreven handelwijze van de patrouille was een gevolg van de door den patrouillecommandant van zijn meerderen ontvangen instructies. Deze instructies waren uitgegaan van den Troepencom mandant in de Residentie Kediri, die ze meende te mogen ontleenen aan den van den Afdeelings-tevens Brigade-Commandant ontvangen schrifselijke Instructie en wel in het bijzonder aan den destijds daarin opgenomen zin luidende als volgt: „Van de wapens mag alleen gebruik gemaakt worden bij verzet en na herhaalde waarschuwing, tenzij onmiddellijk gevaar voor de afdeeling bestaat'!. Zoowel taalkundig als in verband met den geheelen zin der oor spronkelijke instructie is ce uitlegging, welke de troepencommandant aan bovenstaand gedeelte heeft gegeven hij heeft n.l. de woorden „en na herhaalde waarschuwing" als op zichzelf staande beschouwd minder juist te noemen en te betreuren, doch nu die uitlegging als bevel aan de troepen was gegeven, kon de Auditeur Militair, na kennis neming van het procesverbaal van onderzoek door eene commissie van officieren opgesteld, slechts adviseeren tot ontslag van rechts vervolging van den fuselier, die het doodlottige schot had gelost. Het dossier betreffende deze zaak werd daarna door den Leger commandant in handen gesteld van den Advocaat-Fiscaal voor de Land- en Zeemacht in Nederlandsch-Indië met verzoek om mede- deeling, of er termen aanwezig werden geacht om den betrokken troepencommandant strafrechtelijk te doen vervolgen. 66» 1. M. T. 42 1919.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 131