Ook burgerpersonen schijnen niet tegenwoordig geweest te zijn; wel zijn er van de zijde van het civieloestuur eenige passargangers naar Wates langs de railhaan gaande op gezegden ochtend, gevon den, die na ontkennen ten slotte voorgaven daar ter plaatse ge weest te zijn, te hebben hooren schieten, doch niets gezien te heb ben, behalve dan dat twee hunner beweerden van hun onbekende soldaten gehoord te hebben: dat er maar een man geweest was, die zonder licht liep, daarop aangeroepen en ten slotte neergelegd is. Men schijnt blijkbaar niet ingezien te hebben, dat de opgaven van dergelijke getuigen, die aanvankelijk ontkennen daar geweest te zijn, waardeloos zijn, nog daargelaten hunne verklaringen zelf. Duister is de afkomst van verslagene zelf: een maand voor het voorgevallene strijkt hij plots neer bij zekeren Warso, deze ver klaart aan zijn huisgenooten, dat de nieuw verschenene familie van hem is, ontvangt in het geheim geld van zijn bloedverwant, maar niemand schijnt hem te kennen; waar hij werkt, is ook al vaag aangegeven, alles wat men kan verklaren, is afkomstig van versla- gene zelf, die dus losliet, wat hem blijkbaar verkieselijk voorkwam men heeft hem de laatste drie dagen voor den dood geregeld naar zijn werk zien gaan, waar, weet men niet, wel zegt Warso op de onderneming Bedali (Wates), maar dit blijkt verder nergens uit. Merkwaardig is het vooral, dat Warso aanvankelijk hardnekkig ontkend heeft iets te weten van dien Sadimin en de familie- relatie geloochend heeft, ook de huisgenooten, die ondervraagd zijn hebben gedraaid, ten slotte is Warso eerst bij den assistent-wedono gaan verklaren, dat verslagene familie van hem was. Men heeft vermeend, dat de verklaringen van militaire zijde af gegeven wel bedenkelijk waren, daar de verklaringen van de ge tuigen, die de dubbelpost vormden - de amboineesche fuselier Wa- ruw en inlandsch fuselier Jasir niet overeenstemden, terwijl ook de verklaringen van den getuige Grimberg niet volkomen weerga ven, wat eerstgenoemde getuigen vermeldden, zelfs soms belang rijk afweken. Bij het houden van een onderzoek behoort men niet te trachten de getuigenverklaringen angstvallig in overeenstem ming te wille brengen, men suggereert door in die richting te wer ken de getuigen. Waar men toch al voorzichtig moet zijn met de ver klaringen van getuigen onder omstandigheden als de onverwerpelijke, die zich bij nacht in een vlug tempo afspeelden, had men moeten begrijpen, dat het niet in volkomen overeenstemming zijn van ver klaringen begrijpelijk was zonder dadelijk de geloofwaardigheid der getuigen in twijfel te trekken. Wil men de ongeloofwaardigheid van getuigen aantoonen, dan moet men trachten getuigen te krijgen, die niet eerst hardnekkig ontkennen met de zaak iets te maken te hebben, allicht verwekt men den indruk, dat de verklaringen van dergelijke getuigen „gezocht" zijn om als contra-bewijs-materiaal te dienen. Een afschrift van de getuigenverklaringen door de verschillende in de zaak betrokken militairen afgelegd, is ter griffie van den Raad ter kennisneming neergelegd. 671

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 133