„De formatie van het leger heeft altijd op 2 beginselen ge
steund dat van de kern en dat van het tegenwicht.
Het kernbeginsel bevat de indeeling van troepen van hoogere
gevechtswaarde als steun, als ruggegraat in bepaalde gevechts
eenheden. Als troepen van hoogere gevechtswaarde worden in de
eerste plaats beschouwd de Europeanen, daar n a a s t de Am-
bonneezen en Menadoneezen.
Aangezien zij veelal een anderen godsdienst belij-
den en van een ander ras zijn dan de inheemsche be
volking, vormen zij tevens het zoo noodige tegenwicht".
Die uitspraak, ik herhaal het, Mijnheer de Voorzitter, leert ons,
wat in het leger van algemeene bekendheid is, nl dat de Minahas-
ser en de Ambonnees niet tot de inheemsche bevolking
worden gerekend, maar dat zij naast de kern van Europeanen
als tegenwicht gebruikt wordt tegen de inheemsche bevol
king, omdat zij (dieMinahasser en die Ambonnees) van ander ras
en van anderen godsdienst zijn. Een systeem van onderling
wantrouwen en verdeel'en.
Het Legerbestuur moet dat bijzonder goed weten, want hoewel
in de wervingsbepalingen zorgvuldig de omschrijving van godsdiensten
is vermeden, werft het door het uitzenden van Christen-wer
versuitsluitend onder de Christen- of Heidensche
Ambonneezen, en vermijdt het zorgvuldig recruten te betrekken
uit de niet minder talrijke Mohamedaansche rasgenooten
Christenen of Heidenen, die in het leger vanzelf Christen worden
of die even vóór het toucheeren van de wervingspremie nog
gauw tot het Christendom overgaan
En het kamponghoofd krijgt voor eiken Christen- of Heidenjonge
ling 50 in de hand gestoptbevordert dus om redenen
van eigenbelang die werving uit alle macht, mitsgaders het Chris
ten- worden en werkt daardoor tegen het belang van de
bevolking, wier beste jonge mannen door de militaire zuigpomp wor
den opgeslurpt, mede om het eigen voIk te doen degenereeren.
Maar het Legerbestuur wil geen Mohaminedaansche Ambonnee
zen hebben.
En de e n k e 1 e Mohammedaansche Ambonnees, die aanvechting
gevoelt om soldaat te worden, en die volgens de drogredenen van
het Legerbestuur dus dapperder en bruikbaarder moet zijn dan de
Javaan,wordt aangenomen als Maleier, krijgt geen 200.
handgeld, zooals zijn Christen- of Heidenlandgenoot, maar slechts
f iOOZijn kamponghoofd krijgt evenmin f5).- aanbrengpremie.
Hij wordt verder in het leger behandeld en betaald als een Inlander,
de minderwaardigheidsbenaming voor allen, die den Islam belijden.
Zijne Excellentie de Legercommandant zal hiervan vermoedelijk
wel een voorbeeld willen hebben. Dit zij Zijne Excellentie van harte
gegund, moetende ik verder het aan het Departement van Oorlog
overlaten om meerdere voorbeelden in het achief te zoeken.
Op 7 Februari 1913 teekende de Alfoer Hassan inwoner van
Wahai, eiland Ceram, behoorende tot de echt-Alfoersche stam der
pata-siwa, voor 6 jaar als soldaat.
676