De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog: Bij de weerlegging in de in de Memorie van Antwoord is bepaaldelijk gezegd, dat het woord „Christen" in het advies niet is gebezigd. De heer Teeuwen: Excellentie, ik ben juist bezig die weerleg ging tegen te spreken. De heer Van Rietscholen, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog: Pardon, wanneer U de Memorie van Antwoord heeft gelezen, waarin uitdrukkelijk wordt geconslateerd, dat dit woord niet wordt gebezigd, dan is het hier niet eerlijk om dit nogmaals aan te halen. De heer Teeuwen: Excellentie, als U mij vergunnen wilt door te gaan, dan zal ik aantoonen, dat het woord „Christen" w 1 in Uw brief voorkomt. De heer Van Ri et sc h o ten, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog: Pardon, het komt er niet in voor, het kan niet, dan heeft U geen behoorlijk afschrift. De heer Teeuwen: Voor een goed begrip van deze zaak lijkt het mij noodig eerst den geheelen brief voor te lezen, alvorens verder te gaan. Welnu, de brief luidt aldus: 2e militaire afdeeling op Java No. 2448/27. Magelang. den 6den April 1915. Onder aanbieding in afschrift van de brieven van den Commandant van L. H. 2e Depót-bataljon dd. 6 en 12 Maart j.l. No. 209/3 en 236/3 en van het, naar aanleiding van eerstgenoemd schrijven uitge bracht advies van den Gewestelijk eerstaanwezend Officier van gezondheid, naar welke bescheiden het mij vergund moge zijn, kort heidshalve te verwijzen, heb ik de eer Uwer Excellentie het navolgende te rapporteeren. Het advies van evengenoemden Dienstchef om maatregelen te tref fen voor strenger geneeskundig onderzoek van de recruten van Ti- moreeschen landaard kan mijne instemming niet verwerven. Opgrond van mijne persoonlijke ervaring weet ik, dat de Timoreezen die zich voor het leger aanmelden n. 1. de Christen Roti- en Savoe- n e e z e n, zich over het algemeen en in het bijzonder gedurende het laatste tijdperk van den 6 maanden durenden Oostmoeson minder goed voeden Het hoofdvoedsel van de bewoners dezer eilan den bestaat dan uit de suiker, getrokken uit het sap van den toe- wakpalm, tengevolge waarvan juist de individuen, die zich voor het leger aanmelden en die zich bij voorkeur melden in de maanden gedurende welke de voorziening van het noodige moeilijkheden op leveren (Oostmoeson) er vaak onderkomen en zwak uitzien. 679

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 141