de ÏÏSï zaf rStS -Vei5- Va" !?un -roem en eer' van hun historischen trots, wanneer zij hier in den jare 1919 moeten hooren vertellen dat hunne tegenstanders, halfnaakt en primitief bewapend boven dien nog minderwaardig waren? binnenste' bewaren |kr'ïgsgesctlieden's ee„ hei.,ge .aqjSE En in tegenstelling met de Regeering voel ik mij van deze plaats gedrongen om openlijk hulde te betuigen aan de onverschrokken 7pI?Ha a!? h60!, taaie nationale uithoudingsvermogen van dat- i de Atjehsche volk, van hetwelk een vertegenwoordiger in ons midden is, en dat op de meest eervolle wijze het hoofd heeft moe= ten buigen voor brute overmacht en wreed geweld beS.'deetgScSd'1® V°°'Zi"er' hee" be,e,e en wa»'di«e' En dat thans telgen van dat dappere ras in het leger bij wiize van proef zijn aangeworven op de laagste voorwaarden, onder het mom van militaire minderwaardigheid ziet, Mijnheer de Voor- h «thih We f ?w een bevestiging van de verfoeielijke verdeel- en heerschtheorie! Want die Atjehers zijn Mohammedanen! goéd 2°iSle„ tegï!jpee;,hUnnegel00lSgen00te" op Java, a»dd«Mat Al deze uitingen, Mijnheer de Voorzitter, gevoegd bij talrijke an dere uitspraken van deskundigen, schenken mij, en naar ik hoop hp|e Wh" !Va-n f.olie8e met miJ, de rotsvaste overtuiging, dat het koloniale imperialisme, dat steunt op het in zijn dienlt zijnde militairisme, er met aan denkt, om op loyale wijze de nationale een- ÏÏ5i f 'n Indi| te helpen bevorderen en eerlijk en overtuigend mede te werken aan het volbrengen van de op papier zoo schoon CT^tpiHf6Jen t3u van voogd en opvoeder, die zich als einddoel heeft gesteld de pupil op eigen beenen in het groote leven te sturen' Ue positief gestelde vraag, welke alle verschillen zijn tusschen de verschillende rassen en godsdiensten, werd door de Regeerincr wederom met beantwoord, ditmaal met een beroep op de denk beelden van de militaire bezoldigingscommissie, die het oveibodig zouden maken die verschillen uitvoerig uiteen te zetten bmeze Ulteenzettingen zijn noodig om aan te toonen, dat het sys teem was, is en blijft het verdeel- en heerschsysteem. Kegeering laadt met het weigeren van de gevraagde uiteen- 7P+t'n^ aden schijn op zich, dat Zij zich schaamt voor die uiteen- hpi!imf' h'6f vernuftige systeem in al haar ruwheid en onbillijk heid in het openbaar zou demonstreeren. Ik zal thans overgaan tot de bespreking van de wijze van od~ expedition" de Indische troePen tijdens de zoogenaamde militaire tipHotprSfrif,tUUr beStrldt de meeni"g. dat de Europeesche mili tie gericht is tegen een binnenlandschen vijand door te verwijzen naar artikel 6 van het dienstplichtbesluit, waaruit blijkt, dat die mi litie niet deei zal nemen aan militaire expeditiën. 685 1. Al. T. 43 1919.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 147