leiden kan tot politieke vrijheid, tot snelleren vooruitgang, door
datzelfde leger zal worden gesmoord. Ik kan het niet consequent
vinden van onze Indische nationalisten om te betoogen tegen de
inderdaad al te hondsche behandeling onzer militairen, tegen de
wantoestanden in het leger, ter verkrijging van verbetering De sol
daten, die hun leven veil hebben voor de driekleur, die hier in de
kolonie het Nederlandsch gezag te handhaven heeft, verdienen met
recht eene betere behandeling, omdat ik mij er niet mede kan ver
eenigen, dat mijn landgenooten in het leger, die zich dus mede
hebben verhuurd als handlangers van de overheerschers, minder
worden behandeld dan zij, die als Europeaan of in ieder geval als
Christen te boek staan. Al wat bij mij aan rechtsgevoel aanwezig
is, komt hiertegen in opstand. Maar, Mijnheer de Voorzitter, ik
vind het niet consequent, dat de Indische nationalisten om verbe
tering en nog eens verbetering vragen voor den landsverdediger,
die slechts een willoos werktuig is in andere handen, tot beteuge
ling van elke vrijheidsidee van onze zijde. Wat is het gevolg van
den aandrang tot algeheele positieverbetering van den Indischen
soldaat? Dat Zijne Excellentie de legercommandant dadelijk die ver
betering zal voorbereiden. Wij hebben het verleden jaar gezien;
na een betoog van den heer Teeuwen kregen wij een begrootings-
aanvulling te behandelen van 2H millioen, bestemd voor de lots
verbetering der militairen. Ik vroeg mij af, Mijnheer de Voorzitter,
of die 2H millioen niet nuttiger besteed hadden kunnen worden
voor het Inlandsch onderwijs
De heer Teeuwen heeft mij genoopt toch een woordje te zeggen
over deze legerbegrooting bij de algemeene beschouwingen, en wel
bepaaldelijk toen de heer Teeuwen het had over „Indie Weerbaar".
Ik was vóór „Indië Weerbaar" en ik ben het nog! In Holland ver
kondigde ik reeds, dat, wanneer Indië weerbaar gemaakt moet wor
den, het voor Indië moet zijn. Wanneer Indië echter weerbaar ge
maakt moet worden voor Nederland, dan ben ik er beslist tegen.
En wanneer de heer Teuwen de courantenverslagen gevolgd had,
die hier in Indië ook op ruime schaal zijn verspreid, dan zou hij
gemerkt hebben, dat o.a. ik in Nederland voorgestaan heb verschil
lende vormen van weerbaarheid voor Indië. In de eerste plaats eene
intellectueele weerbaarheid, dan de economische weerbaarheid en
vervolgens ook zoo spoedig mogelijk de industrieele weerbaarheid
om ten slotte de militaire weerbaarheid te voltooien bij een en an
der, op den voorgrond stellend een weerbaar Indië voor Indië en
niet voor Nederland.
Deze mijne meening heeft wellicht den heer Bosscha aanleiding
gegeven zich van het Comité Indië Weerbaar af te scheiden, en zich
aan de spits te stellen van een nieuw comité Indië weerbaar met den
heer Rhemrev als favoriet en om den bewusten brief aan den heer
Rhemrev te schrijven.
Overigens, Mijnheer de Voorzitter, is kapitein Rhemrev voldoen
de aangevallen naar het me voorkomt, zoowel in Holland zoo goed
als in Indië. De heer Teeuwen noemde den heer Rhemrev de ver
kondiger van de ideeën van den heer bosscha en vestigde den in-
693