begrooting van het vorige jaar geen invloed behoeft te hebben op de defensie. Men heeft in dit antwoord op den voorgrond gesteld de zorg voor het personeel en naar mijn meening er zeer terecht op gewezen, dat de zorg voor het personeel rechtstreeks van be lang is voor de kracht, die het leger kan ontwikkelen. In dit opzicht wil ik van deze plaats gaarne hulde brengen aan hetgeen de Re geering tot dusver gedaan heeft om de verschillende misstanden weg te nemen en verschillende verbeteringen in te voeren, maar ik wil erop wijzen, in verband met hetgeen ik in de najaarszitting heb gezegd, dat die verbeteringen hoe verdienstelijk ook op zichzelf, toch geen blijvend nut kunnen hebben voor de oplossing van het vraagstuk der Europeanen hier te lande. Er staat in de Memorie van Antwoord, dat de zaak van de af schaffing der Europeanen tenzij geschikt en genegen voor kader opleidingof het aannemen op kort dienstverband in behandeling is bij het Departement van Oorlog. Er is ook gezegd, dat de be zoldigingscommissie er haar aandacht over heeft laten gaan. Dat de zaak nog in behandeling is, geeft mij nog eenige hoop op eene op lossing in mijn richting, ook door andere leden van dezen Raad, o.a. door mijn geachten collega Stokvis, voorgestaan. Natuurlijk wordt de zorg voor het personeel in hooge mate be lemmerd door de bezuiniging, die overal moet worden toegepast; dat ook de soldaten daaronder eenigszins te lijden hebben, is onver mijdelijk. Ook al is het daarom inconsequent, wil ik toch bij de Regeering een goed woord doen voor de kazerne van de 17de compagnie artillerie te Bandoeng, die staat naast de kazerne van de 19de com pagnie, bestemd voor dienstplichtigen. De tegenstelling tusschen beide gebouwen is zeer groot. Het eerste is een eenvoudig bamboegebouw op een gemetselden vloer met door planken versterkte deur- en vensteropeningen. Men doet wat men kan om het gebouw netjes te houden, maar het blijft bamboe. Daarnaast bevindt zich de kazerne •voor de dienstplichtigen, welke er veel beter uitziet Ik erken ten volle, dat het veel geld kost en wij moeten tegenwoordig zuinig zijn! De vrijwillig dienende militairen der 17de compagnie zitten er nu reeds 3 jaar, zullen er wellicht nog een paar jaar zitten zonder dat hun stemming er erg onder lijdt, maar de tegenstelling is werke lijk te groot en ik zou der Regeering willen vragen, of Zij niet eens met de hand over het hart zou willen strijken en eenige penningen willen besteden om de kazerne der 17de compagnie te verbeteren, zoodat zij niet afsteekt tegenover de kazerne van de miliciens. Mijnheer de Voorzitter! Ik zou door kunnen gaan over het per soneel, want het is een belangrijke zaak in het leger en wij raken er niet over uitgepraat. Ik zou kunnen spreken b.v. over de opleiding en in overweging geven om bij de opleiding het paedagogisch en psychologisch ele ment meer tot hun recht te doen komen dan nu het geval is. Ik zou daarbij willen wijzen op de verschillende geschriften, die in dat opzicht in de militaire vakpers zijn verschenen en die werkelijk de aandacht verdienen. 703

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 165