gegevens zou voorzien, noodig voor de steunverleening: dat ware van in gevecht gewikkelde infanterie het onmogelijke eischenNiet de infanterie, maar de artillerie was verplicht, zulks vloeide uit haar opdracht zelve voort, die verbinding tot stand te brengen. Hóe de artillerie verder aan de gegevens moest komen, welke zij behoefde om zich naar eisch van hare taak te kwijten, was haar zaak en niet die van de te ondersteunen infanterie. Die gegevens had zij zelve op te sporen. Deze zienswijze, welke vanzelf medebrengt, dat van den artillerist een deugdelijk inzicht in de gevechtstactiek der infanterie moet worden verlangd, kent dus geen gedeelde en geen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beide betrokken Wapens: de artillerie wordt alléén en zonder eenig voorbehoud verantwoordelijk gesteld voor de steunverleening met alles wat daarbij behoort. Zoo ongeveer was de stand van het vraagstuk bij het uitbreken van den jongsten grooten oorlog, en nu is het zeker ongemeen belangwek kend te vernemen, wat de oorlogservaring op dit gebied zooal heeft geleerd. Wij vinden daaromtrent een en ander vermeld in een artikel van de hand van kapitein J. B. VAN DER Poll over „De samenwer king van artillerie en infanterie", in het Juli-nummer van dit jaar (blz. 484) van het 1. M. T. Volgens die mededeelingen zou de ervaring de Duitsche legerlei ding er toe hebben gebracht o.m. de volgende beginselen vast te stellen ten aanzien van de verbinding in kwestie 1. De verbinding moet worden tot stand gebracht door middel van artillerie patrouilles en verbindingsofficieren der artillerie en wel tot in de voorste linie der infanterie. 2. Die patrouilles en officieren moeten de artillerie inlichten omtrent hetgeen bij de infanterie plaats heeft en zorgen, dat de doelen, die de infanterie erg hinderen, snel onder vuur worden genomen. 3. Tijdens het gevecht moeten zij zorgen, dat de artillerie tijdig kennis krijgt van de gewijzigde opstelling van de eigen en var. de vijandelijke infanterie, ten einde te voorkomen, dat op eigen troepen zou worden geschoten. 4 Zij moeten tactisch voldoende onderlegd zijn en beschikken over een afdeeling telefonisten met telefoon- en seinmaterieel, alsmede postduiven. Uit deze beginselen blijkt m i. onweersprekelijk, dat naar Duitsche opvatting het onderhouden van de verbinding zeer bepaaldelijk be hoort tot de taak van de artillerie, die zich de vereischte gegevens 738

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 200