Nu kan men van oordeel zijn, dat de juistheid van de boven-
aangegeven gevolgtrekkingen van den artilleriecommandant niet met
voldoende zekerheid vaststaat, om daarop het besluit te gronden,
dat de artillerie zal schieten of niet zal schieten, 't Is mij wel; ik
denk er echter anders over en zou het zeer wel kunnen billijken,
wanneer die commandant, op grond van hetgeen hij als juist
meent te mogen aannemen, de artillerie in het gevecht Iaat ingrijpen,
d wz. het aanvalsdoel laat beschieten, dan wel, in het geval sub
II, het schieten tijdelijk staakt, of althans de vuursnelheid tempert.
Wanneer men te velde alleen durft handelen op zeker weten, komt
men doorgaans te laat en wat op een gegeven oogenblik het aller
beste zou zijn geweest, blijkt altijd pos achteraf!
Ik kan me zelfs voorstellen, dat de artilleriecommandant in het
eerste geval het vuur laat openen, uitsluitend op grond van de
overweging, dat het gewenscht is de eigen infanterie te laten hooren,
dat de artillerie klaar is voor haar taak, hetgeen te meer gewenscht
kan zijn, wanneer de vijandelijke artillerie reeds begonnen is op de
aanvallende infanterie te schieten.
In de gevallen III en IV weet de artillerie-commandant, dat hij
door het aanvalsdoel te beschieten steun verleent. Zijn besluit
daartoe is dus alleszins gemotiveerd.
In het kort samengevat, komt mijn zienswijze dus hierop neer:
Een zooveel mogelijk ononderbroken, door de artillerie in het leven
te roepen verbinding tusschen de strijdende infanterie en de haar
ondersteunende artillerie is onder alle omstandigheden noodig.
Evenzeer noodig is, zich van huis uit voor te bereiden op
een hoogst onzekere functioneering van den verbindingsdienst. De
mogelijk noodlottige gevolgen van dit laatste zullen alleen kunnen
worden veronzijdigd of tot de geringste afmetingen teruggebracht,
wanneer de vuurleider der artillerie vóór alles zijn streven er op
richt, om zélf het te bevuren doel en een zoo groot mogelijk deel
van het gevechtsveld te kunnen zien. En wanneer hij dan boven
dien is ingewijd in de eigenaardigheden van de gevechtstactitk
der infanterie, dan zal zijn gehoor hem in meer dan één geval
goede diensten kunnen bewijzen voor de beoordeeling van den
toestand met het oog op den aan de infanterie te verleenen steun.
De officieren en de patrouilles voor de verbinding zullen, indien
zij tactisch voldoende onderlegd zijn, zeer nuttige aanwijzingen
kunnen putten uit hetgeen hun tactisch oordeel weet af te leiden'
uit den op het gehoor te volgen gang van het vuurgevecht der in-
741