Hieruit kan men alvast begrijpen, waarom kennis van psycho-
logi of psychologisch inzicht noodig is als principieele basis voor de
karaktervorming, voor de paedagogie ja, zelfs voor detactiek.
De psychologie en ook de pathologie van het gevoel van eigen
waarde is door de meeste paedagogen veel te weinig in aanmer-
king genomen, waarmede ik echter nog niet wil zeggen, dat de
paedagogische eisch om zorgvuldig met het gevoel van eigenwaarde
om te gaan, een reden behoort te zijn dit gevoel te moeten ver
troetelen en in zijn ongelouterden toestand te laten, waaruit slechts
een ernstige verwaarloozing zou voortvloeien.
Slechts wanneer ik in iemand een hooger gevoel van eigenwaarde
weet op te wekken (dat fiere, toch nederige gevoel), dat naar be
vrijding van den angst der lage, serviele zelfhandhaving smacht en
dat slechts door onvoorwaardelijke zeljkennis en onmeedoogende
psycho-analyse én zelftucht én zeljcritiek én zelfloutering tot heer
schappij kan komen - slechts dan raak ik aan den wortel van het
gebrek van „onevenwichtigheid" in het individu.
Symptoombehandeling in plaats van oorzakenbehandeling is dus
het zwakke punt van iederen paedagoog, die zich enkel met ijver
wijdt aan de behandeling van sommige karakterfouten, en den bo
dem, waaruit ze allen voortkomen, ongemoeid laat.
Zoo is bijv. de krachtige opvoeding tot krijgstucht, tot gehoor
zaamheid als tegenmidde! tegen den vrijheidsdrang veel meer dan
een bloot elementaire africhting: zij is een diep naarbinnen werkend
„wennen" van den natuurlijken mensch aan de onderworpenheid
aan een hoogere wet en vormt in dezen zin een werkzaam en krach
tig tegenwicht tegen de neiging tot afval, tot bandeloosheid, die immers
altijd een knechting vóór-onderstelt van het hoogere onder het lagere.
Goethe doorbladerde eens het album van zijn zoon en trof daarin
onder veel welgemeende spreuken een woord van Zeiter aan:
„Leer gehoorzaamheid!" Hij merkte op: „Dat is het eenige verstan
dige in den heelen rommel!" Waarmede hij te kennen wilde geven,
dat een opvoeding zonder voortdurende aansporing tot gehoorzamen
onherroepelijk tot de ernstigste ontaarding moet leiden.
„Tactiek is wapenkennis, plus terreinkennis, plus manoeu-
„vreerkennis plusmenschenkennis; of laat ons liever beginnen
„met menschenkennis voorop te zetten" (v. d. Schee in Mavors, Dec.
„1916,1. Die heutige Taktik fordert von allen Führern einen höhéren
„Grad von Kenntuis und Können von Initiative und Talkraft, von Ver-
„standnis und Ausdauer, als früher, und ist psychologischer geworden."
(Hoenig).
748