beleid, persoonlijken moed en kloeke doortastendheid een modernen
oorlog tegen de beste Engelsche troepen met weergaloos succes
weten te voeren, zonder tactiekles te hebben genoten.
Zou daarmede dan te beweren zijn, dat we 't dan maar allen zonder
tactiek ook eens zouden, kunnen probeeren?
Ik stel me de vraag: „Zou de Heer Gunningerkende autoriteit
op paed rgogiek-gebied, de paedagogiek zelf van zoo'n onwaarde
achten? Zou hij dus zijn eigen nest bevuilen, gelijk de smerige
vogel?" Ik geloof het niet. Eerder moet ik aan zijne woorden de
diepere beteekenis toeschrijven, die ik in mijn pleidooi heb trachten
te geven van de juiste doelbepaling van de paedagogiek, met hare
universaliteit, objectiviteit en synthese-idee als grondslag, die den
modernen paedagoog meestal ontbreekt, doordat hij uit zijn een
zijdigheid een theorie, een hypothese wil opbouwen, en aldus uit
abstracte hoogte kunstmatig moraliliet wil opdringen.
Djokjakarta, 13 Juli 1919.
J. J. Jenae,
Kapitein der Infanterie.
7oJ