Bet DoonnliDerp op het inüoeren Dan dienstplicht onder de Inlanders en met dezen gelijkgestelden in den Volksraad. In December 1918 diende de Regeering bij den Volksraad in een voorontwerp voor een algemeeen maatregel van bestuur tot regeling van den dienstplicht voor Inlanders en met hen gelijkgestelden f>). Blijkens de het ontwerp vergezellende memorie van toelichting was het de bedoeling van de Regeering het gevoelen van den Volks raad te vernemen over de grondbeginselen, waarvan uitgegaan zal moete.n worden bij de oplegging van den dienstplicht aan de In- landsche en met deze gelijkgestelde bevolking, om daarna met een definitief ontwerp voor den dag te komen, hetwelk, ingevolge Art, 131 van het Regeeringsreglement, niet zonder dat het advies van den Volksraad ingewonnen is, kan uitgevoerd worden. Tot voorbereiding van de behandeling van het voorontwerp benoemde de Volksraad een commissie, bestaande uit de leden M. Ng. Dwi- DJOSEWOJO, R M. T. A Koesoemo Oetoyo, Tjipto Mangoenkoe- soemo, Dr. Abdoel Rivai en Mr. Dr. W. M. G. Schumann, met schrijver dezes als voorzitter. Deze commissie, welke bij haar werk de meest mogelijke hulp van het Departement van Oorlog mocht ontvangen, diende den 20sten Mei 1919 haar verslag bij den Volks raad in, waarop gedurende de voorjaarszitting de behandeling in de afdeelingen volgde. Het verslag van deze behandeling, door de com missie van rapporteurs vastgesteld op den 21sten Juni j.l., geeft een weerspiegeling van de onder de verschillende leden van den Volks raad over het voorontwerp heerscher.de opvattingen en kan derhalve de Regeering aanleiding geven tot het aanbrengen van wijzingen om aldus te komen tot een definitief ontwerp, hetwelk, zooals bo ven reeds opgemerkt is, na indiening op de gewone wijze weer bij den Volksraad ter adviseering in behandeling komen zal, tenzij de Regeering zich niet met de in het afdelingsverslag gemaakte tegen werpingen vereenigen kan en tracht deze in een memorie van ant woord te weerleggen. Een derde mogelijkheid is, dat de nieuwe 0) Zie ook 1. M. T., 1919, blz. 39 en 210. 754

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 216