volgt, zonder nadeel voor zichzelf tot legervorming door dienstplicht kan óve-gaan; de politiek, welke de tegenwoordige Regeering volgt, laat omtrent haar richting geen twijfel over. Er was dan ook maar één lid, dat o m. vroeg, of weerplicht den band tusschen Nederland en Indië niet ontijdig verbreken zal; „andere" leden verklaarden uitdrukkelijk dit niet te vreezen; met recht wezen zij erop, dat een oefening van aanvankelijk slechts 2 03 man per jaar die bovendien over geheel Java verspreid zijn, de bevolking niet noemenswaard tegen ons sterken zal; indien zij werkelijk tegen ons gezag in op stand komen wil, zal zij dat zonder dienstplicht even goed doen als met dienstplicnt en ik zou bovendien willen vragen, of de ver lofgangers na afloop van hun eerste-oefeningstijd gevaarlijker zijn dan de zeer vele oudgedienden afkomstig van het tegenwoordige stelsel van legervorming. Daarentegen is mij wei begrijpelijk, dat vele leden het zouden toejuichen, indien van de Regeering de toezegging ontvangen werd het medezeggingschap der ingezetenen en derhalve de bevoegdheid van het vertegenwoordigende lichaam belangrijk te zullen uitbreiden, Ik geloof echter niet, dat deze „vele" leden, klaarblijkelijk de meer derheid, hun stem afhankelijk zullen maken van een stellige toezeg ging op dit stuk: zulks zou niet te rijmen zijn met de elders in het verslag uitgesproken overtuiging, dat handhaving van onze vlag de meeste waarborgen voor de ontwikkeling van het Indische volk biedt. In „De Taak", een blad dat niemand van miiitairistische nei gingen verdenken zal, van 4 jan. 1919, heeft v. W. dit zeer duidelijk in een hoofdartikel uiteengezet. Ik wees er boven in het voorbijgaan op, dat men in den Volks raad niet onvoorwaardelijk aan de zegenrijke werking van den vol kerenbond gelooft. Uit het verslag blijkt, dat de politiek van Japan tegenover China in het algemeen en het Shantung-vraagstuk in het bijzonder de oorzaken van dit wantrouwen zijn Op de besluiten van het internationale sociaal-democratische congres te Bern had één lid nog meer dan op den volkerenbond zijn hoop gevestigd hij vond echter'niet veel bijval. Met groote instemming zal hel officierskorps vernemen, dat de leden, die van de wenschelijkheid van de invoering van dienstplicht overtuigd zijn hun aantal drukt het verslag uit met „vele uit- drukkelijk wenschten te verklaren, dat alleen dan tot invoering mag worden overgegaan, indien het leger op de meest moderne wijze 758

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 220