De commissies waren samen te stellen uit één militair van hooge- ren en twee van gelijken rang als door den gestrafte wordt bekleed, waarbij het echter wenschelijk zal zijn, dat zooveel mogelijk steeds een officier lid van de commissie zij. Ook omtrent den te volgen weg om tot de samenstelling van de commissies van advies te komen, heerschte in de commissie geen eensgezindheid. Algemeen was men van oordeel, dat de commissies permanent moeten ziin voor een in verband met den diensttijd nader te be palen aantal maanden Iedere gestrafte militair moet zijn zaak voor de commissie van advies kunnen brengen, en verbonden aan die handeling zal moe ten zijn een automatische schorsing van de straf. De commissie zal evenwel binnen twee of drie dagen haar oordeel over een zaak geven. De voorgestelde regeling kan werken naast die van het'recla- merecht, zooals deze thans bestaat. De aard van de straffen behoeft althans voor vredestijd even eens herziening. In de eerste plaats worde als straf ingevoerd de berisping, terwijl mede de voorwaardelijke niet-ten-uitvoerlegging van de straf offi cieel worde erkend en toegelaten. Voorts zijn de verzwaringen van de provooststraf met sluiting in de boeien, alsmede met voeding van water en brood, zoo ook de straf van het „cachot of gat" uit den tijd voor menschen, die in de gelederen van het leger verkeeren. Zij, die met de dan overblijvende straffen niet tot rede zijn te brengen, behooren in die gelederen niet langer gehouden te worden en dienen naar de tuchtklasse te worden ver wezen, waarvoor afzonderlijke tuchtmaatregelen kunnen gelden. En in de toekomst zal ertegen gewaakt moeten worden dat de aard van de straf niet verzwaard wordt door de wijze, waarop zij moet wor den ondergaan. In de straflokalen dient verandering gebracht te worden. Eindelijk wijst de commissie met nadruk op de wenschelijkheid, om de straffen zooveel mogelijk individueel te doen ondergaan en gemeenschappelijke opsluiting "te vermijden. Collectief straffen zal naar het oordeel der commissie niet altijd kunnen worden vermeden. Collectieve vergoedingen in geval van diefstal of vernieling kunnen evenmin worden gemist. 3. De legering van den troep zal in de toekomst meer zorg eischen dan daaraan tot nogtoe werd besteed. Op tweeërlei wijze meent de commissie, dat verbetering kan worden verkregen. a. Wanneer men aan het tegenwoordige kazernestelsel wil vast houden, dan moeten de gebouwen meer comfortabel en hygiënisch worden ingericht, en, kan dat niet, dan dienen ze te worden verlaten om door nieuw te stichten gebouwen te worden vervangen. Ieder sol daat zal een afzonderlijk dag-en nachtverblijf moeten hebben, terwijl strafkamers niet zullen mogen achterstaan bij de cellen in gevange nissen. Oefen- en speelvelden dienen mede ter beschikking te staan. b De vraag rijst echter, of niet een barakken-stelsel in plaats van het kazerne-stelsel moet treden en de commissie vraagt voor dit denkbeeld bijzondere aandacht. 890

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 252