Is een artikel werkelijk haatzaaiend, opruiend enz., dan zou de schrijver toch wel vervolgd zijn geworden. De krant en de bond hebben toch werkelijk wel reeds heel wat goeds verricht. Ais ik b.v. denk aan hetgeen in deze bereikt is ten opzichte van de straffen te Tjimahi, de opheffing van Ngawi, de verbetering van andere misstanden, huisvesting, bezoldiging, verpleging, dan geloof !k toch niet te veel te zeggen, wanneer ik dit gedeeltelijk, niet hee- .ernaal, toeschrijf aan de gevoerde actie in den bond en in de krant. lrouwens in de Memorie van Antwoord zelf wordt erkend, dat de artikelen in de soldatenkrant, die aangehaald zijn in het voor- loopig verslag, inderdaad juist zijn. Ik breng dit alles hier naar voren, omdat m.i. in deze Memorie van Antwoord te veel de keerzijde van de medaille getoond wordt die keerzijde bestaat inderdaad. Ik heb zooeven reeds gezegd, dat ik sommige artikelen, welke in soldaten- en matrozenkrant zijn voorgekomen, niet gaarne zou onderschrijven en ik zou dan ook den soldatenleden van den bond op het hart willen drukken niet den syndicalischen weg op te gaan doch wettelijke banen te blijven volgen. De ondervonden tegenwerking, zoowel wat betreft de lectuur, die de soldaten mogen lezen, als wat betreft het houden van verga- dermgen onder elkaar en het bezoeken van andere vergaderingen en de behandeling, die de soldaten dikwijls ondervinden, dwingen' hen dikwijls tot het verlaten van de wettelijke banen en daarom z0.lr..1®< ,fr nogmaals bij den Legercommandant op willen aandringen gehjk ik dit verleden jaar en ook nog in een particulier gesprek heb gedaan, om aan de mindere militairen meer vrijheid te geven van vergaderen en in het lezen van diverse lectuur en in het be zoeken van politieke vergaderingen. Hoe moet men bijv. denken over het feit, dat de soldatenkrant wel gelezen mag worden indi vidueel in de chambree, maar dat het verboden is die krant te lezen in de cantine? Als een soldaat de krant leest, als abonné, wordt niets gezegd maar zoodra hij die krant aan anderenter lezing geeft, kan hij direct gestraft worden, omdat hij daarvoor aan de verspreiding van die krant meehelpt. Het lijkt mij wel eenigszins kleingeestig om een soldaat voor een dergelijk feit te straffen. Ik zou nog aan den Legercommandant de volgende vraag willen stellen, die ik van veel belang acht, nl. of voor demonstraties en optochten van soldaten vergunning kan worden verleend, ja of neen. Demonstraties bijv. voor verbetering van hun lot voor speciale doeleinden van wettelijken aard. ,../P Memorie van Antwoord lees ik verder, dat rechtspersoon lijkheid aan den soldatenbond niet kan worden verleend, omdat de statuten van dien bond niet in alle opzichten de instemming van de Regeering hebben. Dat komt bij meer vereenigingen voor, maar ik wilde vragen, of de heeren, die deze statuten hebben ingediend, er op gewezen is wat er aan mankeert? 796

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 258