Van groot belang voor eene oefening is de keuze van een ter reingedeelte, terwijl de c.ct. moet voorkomen om steeds dezelfde punten van dat terreingedeelie als punt van uitgang te bezigen. Men kan in het terrein voldoende variaties scheppen door van de kaart een willekeurig brokje" uit te kiezen en vooral ook van een zijde te beginnen, die het terrein van oefening een ander beeld schenkt. Hiervoor regelen aan te geven is ondoenlijk, omdat ieder garnizoen andere eischen stelt. Wel zij men nauwgezet in de keuze van het terrein en men late zijn organisatorischen aanleg eens sprekendus dit gedeelte van de voorbereiding is van groot gewicht, vooral ook om sleur te voorkomen. Wanneer men nu de instructeur (onderofficier) en ook eens de andere onderofficieren in de gelegenheid stelt om op een schriftelijk gegeven een opdrachtje te vervullen, dan zal het kader geprikkeld worden tot den hoogsten graad van ijver en ambitie. De oefening wordt interessant voor den c.ct., voor de officieren, voor allen. Het gevoel van eigenwaarde wordt verhoogd, het zelfvertrouwen ont wikkeld men voelt zich zelf zijn functie en rang waard en er ont staat een bijzonder prettige, aangename, onderlinge waardeering en vei houding. Met de beste resultaten heb ik naar bovenstaande beginselen de velddienstoefeningen geleid; de compagnie was bezield met een groote mate van ijver, terwijl de deelneming aan bataljons- en grootere oefeningen mij met de meeste voldoening vervulde, ten minste voor wat betreft de resultaten van mijn oefeningssysteem. Daarmede acht ik reeds veel bereikt! A. M. W. v. Renesse, Kapitein der Infanterie. 567 I. M. T. 36 1919.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 25