In Noord-Kediri werden op een nacht drie Inlanders, die rustig zaten te visschen, opgevat, hetzelfde overkwam vele anderen, die 's nachts den watertoevoer op hun sawahs regelden". Den Legercommandant zal het wel bekend zijn, dat inderdaad door de beruchte dag- en nachtregeling de bevolking den water toevoer 's nachts moet regelen, omdat zij dit overdag niet doen mag. Ik ga met lezen weer verder: „Weer anderen werden aangehouden, omdat zij bouwgereed schappen droegen, welke voor „messen" werden aangezien. Het spreekt vanzelf, dat de menschen weer vrij werden gelaten, doch het teekent daar den toestand. In Wates werd onlangs een klepperman op zijn ronde op een draai om zijn ooren onthaald". 'De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog: Een klepperman? De heer Cramer: Ja, een klepperman, de zoogenaamde ronda, die rondloopt voor het bewaren van de orde en rust. De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog: Het komt niet voor, dat een klepperman rondloopt'. Die gaat zitten slapen! De heer Cramer: Generaal, ik geef toe, dat de ronda dikwijls zijn plicht niet doet, maar er zijn er ook, die ijverig zijn en den ge- heelen nacht rondloopen. Maar ik zal vervolgen. „Waarom zal men vragen? Wel, omdat de man op zijn rondgang ineens voor soldaten kwam te staan en bingoeng geworden, geen raad wist met de in het Maleisch gestelde vraag, wie hij was en waar hij naar toe ging. In de desa Pesantren werd 's nachts aan een Inlandsche wo ning geklopt. Toen de bewoner de deur opendeed, werd hem een touw om den hals geslagen om op deze wijze naar den assistent-wedana te worden gebracht. De man had letterlijk niets gedaan, t Wil men nog meer? Welnu, in Lemahan waren kinderen bezig met tjekikaarten. Dit feit was voor een militaire patrouille voldoende aanleiding om formeel een inval te doen. In Wates was een kind geboren en op deze heuglijke gebeur tenis volgde een familie feestje, waarvoor geen bestuursvergun- ning vooraf noodig was. Een sergeant deed met zijn patrouille een inval en rapporteerde, dat zich in die woning minstens 200 Inlanders ophielden! Er konden notabene nog geen 50 man behoorlijk in dat huis plaats nemen". Er staat hier verder iets over de beleediging van een wedana, maar dat zal ik niet voorlezen, omdat dit feit reeds genoemd is in 80Ï

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 263