Stuit men op den vijand, dan moet de spits onmiddellijk aan vallend optreden; zijn aanvankelijke tegenstander is ook een kleine troepenafdeeling, ien minste als regel; daarbij komt nog, dat onze cavalerie reeds de gewenschte inlichtingen heeft gegeven. Men tast dus niet in 't duister. Gaat men tot den aanval over, dan brengt men de vijandelijke afdeeling een moreelen schok toe, die zich voorplant r.aar achter; er ontstaat aldaar verwarring, men overschat den aanvaller, waardoor reeds vroegtijdig vijandelijke afdeelingen zich gaan ontwikkelen, om kort te gaan, er ontstaat een wanorde bij de tegenpartij om van te genieten. Ik heb dit eenige keeren met succes toegepast als commandant eener voor troep met één mijner officieren als spitscommandant. De tegenpartij voelde zich overvallen, rende in baast terug; troepenophooping op den weg, daverende commando's en vloeken, tk ging door gelukkig, het manoeuvrevoorschiift heeft scheids rechters! De oefening moest haar verloop hebben! Er moet evenwel een wiskunstige zekerheid zijn van samenwerking tusschen spits en voortroep, welke bij ons normaal tot dezelfde eenheid behooren. Ik wil hierop niet verder doorgaan om bij mijn onderwerp te blijven, maar even zij opgemerkt, dat onze colonnecommandant dankbaar zal zijn voor het moreele overwicht, dat verkregen is op den vijand en het hem toegebrachte tijdverlies, om niet van de wanorde te spreken 1). Cavalerie is voor de spits bijzaak en omgekeerd ook. Eerstens is de aanwezigheid van vijandelijke ruiterij reeds lang dooreigen cavalerie gemeldt, tweedens wil de vijandelijke cavalerist niet de spits, maar de hoofdmacht te pakken krijgen. Voor de spits is het hoofddoel de vijandelijke infanterie! Stuit vijandelijke ruiterij n.l. op de spits, dan zendt zij alleen be richt en verdwijnt in 't terrein. Toch ziet men bij den troep een ontzettende attractie van de spits tot die ruiterijer wordt halt gehouden, natuurlijk geschoten, enz. Hierdoor wordt het eigenlijke spitswerk onderbroken; dit is een zeer ernstige fout, want aanwezigheid van ruiterij duidt dikwijls op aanwezigheid van infanterie binnen enkele kilometers. De ge dachten dienen dan juist meer dan ooit op het doel te worden 1) Dit optreden van de spits beoogt dus niet het op zich zelf batail- leeren, hetgeen een grove fout zon zijnde bedoeling is om reeds aanstonds een moreel overwicht te krijgen door kordaat te handelen; doch nogmaals, het moet met oordeel uitgevoerd worden. 849

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 313