aan Uw verzoek en een tweeden militair voor de Menadoneezen daarin benoemd had, mij ze>jr zeker van de zijde van de Inlandsche militairen terecht het verwijt zou geda n zijn, dat ik de Minahassers en de Ambonneezen bevoorrecht had boven hen. Verder hebt U mij verweten, dat voor de Europeanen zeven leden in die commissie benoemd zijn en voor de Minahassers en de Am bonneezen één. Ik weet niet, hoe U die berekening hebt gemaakt. Maar als ik nu mijn berekening mag zeggen uit het geheugen, dan zijn er, behalve de Voorzitter en de Secretaris, die niet voor een bepaalde groep zitting hebben, vertegenwoordigers voor de officiers- vereeniging ook voor de niet-Europeesche officieren; een officier van het Departement van Oorlog, die speciaal was voor het behartigen der belangen van hen, die werken op het Departement van Oorlog ni. voor de Europeanen, Ambonneezen en Inlanders; verder een vertegenwoordiger van den order uitenantsbond en een vertegen woordiger van den onderofficierenbond, zoodat voor de eigenlijke Europeanen van lageren rang er geen enkele was Een van de officieren was bovendien voor de technische inrichtingen in het leger, omdat hij daarmede bekend was en deze was niet speciaal voor de Europeanen, want bij de technische inricntingen zijn ook niet- Europeanen. Dat over de samenstelling van de commissie. De toe voeging in mijn brief, dat niet ik de bezoldigingscommissie benoemd heb, maar de Rigeering, heb ik billijkheidshalve niet achterwege willen laten om U de gelegenheid te schenken desnoods een beroep te doen op den Gouverneur-Generaal Of bij de uitvoering van het voorstel tot het toekennen van de Militaire Willemsorde en de daaraan verbonden toelage voor de dragers, dit eventueel van terugwerkende kracht zal worden verklaard, in dien zin, dat de vroegere ridders dezelfde riddersoldijen zullen krijgen, kan ik op het oogenblik evenmin beantwoorden als U. Maar wel wil ik verzekeren, dat ik bij de Regeering het voorstel daartoe zal doen en het zal afhangen van het Opperbestuur, of het zal worden aanvaard. Een overzicht, zooais U van morgen gegeven hebt, van een aantal menschen, dat in een bepaald tijdperk begiftigd is met militaire belooningen, heeft alleen dan waarde, wanneer U daar tegenover stelt het aantal van al die militairen landaardsgswijze gerangschikt, die in die jaren deelgenomen hebben aan de krijgs verrichtingen. Want U zult moeten toegeven, dat alleen een opgave op deze wijze aangevuld, basis mag 'zijn voor het maken van vergelijkingen. Zooals U vernomen hebt uit mijn antwoord aan den heer Wawo- roentoe, heb ik het voorstel van de bezoldigingscommissie niet alleen nog niet ontvangen, maar ik weet van den inhoud dier voorstellen absoluut niets af. Ik heb alleen eenige algemeene beginselen ontvangen, welke daarbij toepassing hebben gevonden, maar van regelingen ten opzichte van betaling enz weet ik niets en ik kan mij dan ook niet goed voorstellen, dat bij de verschillende besprekingen, die de leden van de commissie in onderscheidene garnizoenen hebben gehouden, meer gezegd zou zijn, dan ik op het oogenblik weet, dat men daar verder zou gegaan zijn dan het mededeelen van 883

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 347