de samenwerking met den aldaar gestationneerden officier betrof, en dèfaut was, het personeel of de administrateur van fabrieken zich in dat gebied wel rechtstreeks htbben gewend tot de militaire autoriteit en niet tot den bestuursambtenaar. Een andere koers is na mijn bezoek niet gevolgd. De koers, zooals die oorspronkelijk was vastgesteld in de instruciie aan de troepen, is geheel gehandhaafd gebleven. Alleen heeft mijn komst gelegenheid gegeven tot opheldering van verschillende misverstanden en het nog eens duidelijk tegenover allen uiteenzetten, dat de militairen zijn toegevoegd aan de bestuursambtenaren voor een bijzondere politie taak en dat die ambtenaren en niemand anders de volle verant woordelijkheid dragen voor de taak van die troepen, dat echter de wijze, waarop die taak zal worden uitgevoerd, geheel moet worden overgelaten aan de militaire autoriteit, die daarvoor ten volle aan sprakelijk blijft. Verder is in overweging gegeven, zooals zooeven reeds is gezegd, om buiten die taak geen politioneele functiën, van welken aard ook, op te dragen aan militairen. Laat ik eraan toevoegen, dat bij die bespreking te Kediri door den Regent werd medegedeeld, dat hij de aanwezigheid van de troepen niet langer noodig achtte, waarop ik onmiddellijk heb geantwoord, dat niets mij aangenamer zou zijn, dan dat de menschen weer terugkeerden naar hun gewonen dienst, welke natuurlijk in deze tijden geheel veronachtzaamd werd. Immers volgens de oorspronkelijke regeling bleven de menschen daar veertien dagen om daarna door anderen vervangen te worden, doch gedu rende die veertien dagen verblijf bieven zij geen enkelen nacht ongestoord op hun nachtleger, maar waren zij óf den geheelen nacht óf een groot gedeelte van den nacht op patrouille. Ik behoef U niet te verzekeren, dat bij deze, door de omstandigheden geboden dienstregeling er van andere diensten geen sprake kon zijn. De atdeelingschef te Kediri was het in het geheel niet eens met den Regent over het overbodige van de troepen aldaar. Al mocht het voor de afdeeling zelf niet noodig zijn, hij achtte de aanwezigheid der troepen wel noodig om te beletten, dat minder gunstige elementen uit andere afdeelingen in zijn gebied kwamen Het schijnt, dat hetzelfde inzicht nog steeds heerscht, want ik heb duidelijK te kennen gegeven, dat ik bereid ben in alle mogelijke opzichten mede te werken, waar dit noodig is, maar dat het mij aan den anderen kant zeer aangenaam zal zijn, wanneer de bijzondere taak aan die troepen opgelegd niet langer wordt bestendigd, dan onvermijdelijk is. Ten slotte ben ik het geheel met U eens, dat, waar twee ver schillende diensten samen moeten werken voor een bepaalde taak, er natuurlijk tact en overleg aan den dag moet worden gelegd Alleen moet ik het eenzijdige ervan corrigeeren, want U meende, dat dit alleen noodig was van militaire zijde, doch ik ben van oordeel, dat het noodig is van beide zijden. U vraagt mij een verslag over te leggen, dat aan den Procureur- Generaal zou zijn ingediend naar aanleiding van het neerschieten van een man te Wates. Ik weet van de heele zaak niet het minste af. Ik weet niet, of er een proces-verbaal is opgemaakt, of dat bij 895 M. T. 56 1919.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 359