Boekbespreking. lste jaarverslag der „Legerveree niging" (Vereeniging ter verbetering van den maatschappelijken staat van den Militair) 29 Nov. 1917 24 Mrt. 1919. Het Bestuur der Legervereeniging heeft met het uitgeven van dit jaarverslag een goed werk verricht, omdat daaruit het streven van de vereeniging duidelijk blijkt en er tevens uit të lezen valt, wat de vereeniging reeds tot stand gebracht heeft. Gelukkig is zij de on vermijdelijke kinderziekten te boven, terwijl ook een tijdperk van misverstand en wrijving ik herinner hier aan de stukken door het Bestuur der vereeniging en den Heer Marcus ingezonden in de Augustusaflevering voorbij schijnt te zijn. Dat het Hoofdbestuur in het begin van dit jaar besliste, dat de z.g. interne aangelegen heden binnen den kring van de bemoeienissen der vereeniging zou den blijven, zullen wellicht velen betreuren, doch ook zij zullen gerustgesteld worden door de verzekering, dat bij de behartiging van de daarbij betrokken belangen steeds zorg gedragen zal wor den, dat militaire dienstbelangen worden ontzien. De vereeniging zal 'dan haar wenschen aan Regeering of Legerbestuur voordragen, terwijl aan de afdeelingen zal worden op het hart gedrukt in der gelijke aangelegenheden zich nooit rechtstreeks tot de autoriteiten te wenden °maar dit over te laten aan het Hoofdbestuur. In over eenstemming hiermede is hetgeen de Regeering antwoordde op een desbetreffende opmerking in het afdeelingsverslag van den Volks raad over de begrooting voor - 1920, n I., dat geen grond bestaat voor de vrees, dat de legervereeniging neiging zou hebben zich te plaatsen tusschen Regeering en Legerbestuur. Daar in de eerste plaats het Legerbestuur te waken heeft voor de belangen van den militair in de kazerne, doch daarbij dikwijls stuit op financiëele bezwaren, is het te hopen, dat de Legervereeniging een krachtige bondgenoot zal blijken om dergelijke bezwaren te overwinnen. Van uitnemend practische belang zijn de door de vereeniging gestichte arbeidsbeurzen; mogen deze inrichtingen binnenkort zoo danige uitbreiding krijgen, dat zij ook in het belang van Inl. mili tairen werkzaam kunnen worden. Wellicht bevat een volgend jaarverslag een en ander omtrent po gingen van de vereeniging om den maatschappelijken staat der on derofficieren te verhoogen. Het is waar, dat de onderofficieren door gedrag en levenswijze hun aanzien in de samenleving moeten ver- 918

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 382