zijn dienst, zoodat hij in deze opzichten inderdaad blijkt te zijn van
het gewenschte gehalte, dan zal hij door eene eenigszins ruimere
bezoldiging zijn aan te moedigen op den ingeslagen weg voort te
gaan. Aan de thans in dienst zijnde Europeesche soldaten dienen,
billijkheidshalve, gelijke bestaansvoorwaarden in het leven te worden
geroepen, al werden hun bij indiensttreden geen eischen van
ontwikkeling gesteld. Ook onder deze uitstervende groep van
militairen zal eene schifting zijn te houden naar gedrag, ijver en
geschiktheid; daarvan verwacht de commissie, meer dan van
repressieve strafmaatregelen, een prikkel tot goede dienstvervulling.
Het een en ander leidt de commissie tot het voorstel om de
Europeesche soldaten bij de daarvoor in aanmerking komende
Wapens en Dienstvakken of onderdeelen daarvan te splitsen in
twee, niet aan formatiecijfers gebonden klassen, met afzonderlijke
bezoldigingen, welke dus van toepassing zullen moeten zijn op de
nieuw aan te nemen Westerlingen en op alle (ook de in lndië
aangeworven) thans in militairen dienst zijnde Europeanen (samen
te vatten onder den naam van „aanvullingstroepen").
Met betrekking tot de nieuw aan te nemen leden der Indisch-
Europeesche bevolkingsgroep (hieronder te verstaan de in lndië
vertoevende Europeanen of daarmede gelijkgestelden, ongeacht
her- of afkomst) dient voorts onderscheid gemaakt te worden
tusschen eenerzijds hen, die evenals de in Nederland aan te werven
soldaten aan eenige ontwikkelingseischen (o.a. behoorlijke kennis
van het Nederlandsch) voldoen en daarom in gelijke mate als hun
Westersche kameraden vooralsnog onontbeerlijk zijn als kaderstof,
en anderzijds hen, die, beneden dat peil van ontwikkeling staande,
niet als Europeesche soldaten in het leger noodig zijn, maar aan
wie toch als Indiërs een plaats als militair niet ontzegd kan
worden.
De tot eerstbedoelde categorie behoorende zal op gelijke be
zoldiging en op gelijken proeftermijn zijn aan te nemen als de in
Nederland aan te werven soldaat en dus moeten behooren tot de
„aanvullingstroepen". Voor de andere categorie zullen de betalings
voorwaarden ook wat betreft premiën bij verbintenis en herver
bintenis en aanspraken op pensioen gelijk moeten worden gesteld
met die voor andere Indiërs, die niet als Europeanen te boek staan,
samen te vatten onder den naam „inheemsche troepen".
Wanneer eenmaal zekerheid bestaat, dat door de instituten van
aspirant-onderofficieren en, voor niet-Europeanen, van sergeanten
le klasse blijvend in de behoefte aan Europeesch of daarmede
927