10. Met betrekking tot korting wegens genot van huisvesting en tegemoetkomingen bij gemis van huisvesting van landswege stelt de commissie de volgende regelen voor: a. Bij aanwijzing van eene gouvernementswoning of bij genot van huisvesting in de troepenkampementen door militairen beneden den rang van onderluitenant, wordt aan officieren, onderofficieren met den rang van sergeant le klasse of hooger en militairen op maan- delijksch traktement beneden den rang van önderofficier eene korting opgelegd van 10 van de bezoldiging, met inbegrip van de regelmatige weddeverhoogingen. b. Voor elk garnizoen en voor eiken rang worden afhankelijk van de plaatselijke huurprijzen huishuurbedragen vastgesteld Bij gemis van eene gouvernementswoning of van passende huis vesting in de kampementen, wordt aan officieren, onderofficieren met den rang van sergeant le klasse of hooger en militairen op maandelijksch traktement beneden den rang van onderofficier uitge keerd het evenbedoeld voor hun rang en standplaats vastgesteld bedrag verminderd met het 1/10 gedeelte van hunne bezoldiging, met inbegrip van de regelmatige weddeverhoogingen. Voor genot van voeding uit eene menage beveelt de commissie kortingen aan van f 1 per dag voor adjudanten-onderofficier, ser geanten-majoor en sergeanten le klasse, f 0.75 per dag voor militairen beneden den Jang van onderofficier op maandelijksch traktement en f 0.50 voor sergeanten 2e klasse. 11. De door de commissie voorgestelde regelmatige verhoogingen van traktementen en soldijen omvatten, naar haar oordeel, onder meer eene alleszins voldoende belooning voor reeds bewezen militaire dien sten, terwijl de aldus verhoogde bezoldigingen, c.q vermeerderd met gezinstoelagen, de betrokkenen in staat stellen behoorlijk rond te komen. Daarom acht zij het gelijktijdig genieten van militair pensioen, pensioenstoelage voor het gezin of gagement met eene volledig naar het aantal dienstjaren verhoogde militaire bezoldiging overbodig en stelt mitsdien voor om wegens het genot daarvan kortingen op te leggen tot het netto bedrag van het pensioen, de pensioenstoelage of het gagement, behoudens dat daardoor de bezoldiging niet mag dalen tot beneden het aanvangstraktement of de aanvangssoldij. 12. Wat betreft de betaling van verpleeggelden bij verpleging in de militaire hospitalen, beveelt de commissie eene regeling aan, waarbij geen wijziging is gebracht in de bedragen, welke de officieren daarvoor thans reeds verschuldigd zijn en waarbij voor 936

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 400