Als bijlage III is bij het verslag eene grafische voorstelling gevoegd,
waarop de bezoldigingen van officieren en van eenige categorieën
van burgerlijke ambtenaren zijn aangegeven.
Ten aanzien van de officieren van den militair geneeskundigen
dienst is rekening gehouden met den langeren studietijd, welke aan
de officiersbenoeming voorafgaat, zoomede met het als gevolg daar
van later rendabel worden dezer studie.
Het verschil in studietijd tusschen den troepenofficier en den of
ficier van gezondheid is aangenomen op 5 jaar en dat tusschen
den troepenofficier en den militairen apotheker of den militairen
paardenarts op 3 jaar.
Als vergoeding voor het later rendabel worden der studie is
aan den officier van gezondheid eene vergoeding toegekend van
f 50 's maands en aan den militairen apotheker en den militairen
paardenarts van f 25 's maands.
De verhouding, welke thans bestaat tusschen de traktementen
der Inlandsche officieren, die niet hebben voldaan aan het aanvul
lingsexamen, bedoeld in Staatsblad 1916 No. 194, en die hunner Euro-
peesche ranggenooten, heeft de commissie ongeveer gehandhaafd.
Voor de vaststelling van de jaarlijksche traktementen van de in
Nederland gedetacheerde officieren, bedoeld in schaal 4 a., heeft
de commissie eerst nagegaan de verhouding tusschen de thans
geldende bezoldiging van die officieren en die hunner collega's
van het Nederlandsche Eeger vóór de in 1918 tot stand gekomen
positieverbetering.
In verband met de bij laatstbedoelde regeling tot stand gekomen
aanzienlijke verhooging der inkomsten, achtte de commissie het
echter niet noodig bedoelde verhouding te bestendigen, voor zoo
ver daardoor het traktement zou stijgen met meer dan 33 welk
percentage in Nederland geschat wordt als zijnde de blijvende
verhooging in prijs- en loonniveau ten gevolge van den oorlog.
Reeds in 6 is gezegd, dat voor de officieren van den Topo-
grafischen Dienst toekenning eener toelage noodig wordt geacht,
omdat de bijzondere studie en opleiding uit zich zelf niet reeds
een redelijke belooning vindt in betere vooruitzichten.
Deze toelage kan echter een algemeen karakter dragen en be
hoeft niet afhankelijk te zijn van de betrekking, die bij het dienst
vak wordt vervuld.
Echter brengt de beweegreden, die tot het toekennen van de
toelage heeft geleid, mede, dat deze verminderd kan worden,
naarmate van het bereiken van een hoogeren rang.
950