De aanbrenggelden zullen naar het gevoelen van de commissie, voor Europeanen en voor niet-Europeanen, die reeds als milif air hebben gediend, kunnen worden afgeschaft. Voor personen van inheemschen landaard, die nog niet als militair hebben gediend, zullen zij nog behouden moeten blijven, omdat voor hen de tusschenkomst van den werver nog niet kan worden gemist. De commissie is van meening, dat voor sergeanten le klasse en hoo- gere onderofficieren de herverbintenrssen met de daaraan verbonden premie kunnen worden afgeschaft. Die onderofficieren zullen dan na afloop van de als onderofficier aangegane eerste verbintenis of na beëindiging van het bij bevor dering in lndië tot sergeant der le klasse nog loopend verband, ver der zonder verband doordienen. De maatregel maakt eenige beperkende bepalingen noodig in zake het ontslag van de hierbedoelde onderofficieren, om te voor komen, dat ontslag zou moeten worden verleend, ook wanneer 's lands belang zich daartegen uitdrukkelijk verzet, dan wel dat van het zonder verband dienen misbruik zou worden gemaakt door zich, middels het vragen van ontslag, aan eene minder gewenschte overplaatsing te onttrekken en zich dan na korten tijd opnieuw te verbinden. Voor de militairen beneden den rang van sergeant der le klasse zullen de premiën bij herverbintenis wel kunnen worden verminderd, doch zij zullen niet kunnen worden afgeschaft; wel komt het der commissie gewenscht voor om voor de verschillende klassen en rangen verschillende premiën vast te stellen. Zij stelt daarom voor om voor elk jaar der herverbint'enis de premie te stellen op: 10. vooreen inheemsch soldaat der 2e klasse, 15. korporaal der 2e klasse, 25. sergeant der 2e klasse, 25. voor uitgezonden ongegradueerden en in lndië in dienst getreden ongegradueerde Europeanen, die op de voor uitgezonden militairen geldende voorwaarden zijn aan genomen 37.50 voor een brigadier. 24. Gratificatiën bij het verlaten van den dienst. De commissie acht deze gratificatiën voor sergeanten le klasse en hoogere onderofficieren niet meer noodig, omdat zij, wanneer 953 f 12 50 le n n n lë

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 417